Disruptief burgerschapMaatschappelijk leiderschapMaatschappelijk ondernemerschap

Burgers: meepraten en emanciperen

8 november 2012, Burgers en maatschappelijke organisaties moeten zich bevrijden van het automatisme dat de overheid gezamenlijke publieke activiteiten in verenigingen en maatschappelijke organisaties financiert. ‘Financieel hangen wij te veel aan de mem van de overheid. Daardoor is er voor maatschappelijke organisaties vervreemding ontstaan tussen besturen en hun achterban’, aldus de Rotterdamse hoogleraar strategische filantropie en raadslid van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling, Lucas Meijs.
Megalomaan
Het kernprobleem is volgens Meijs niet zozeer de schaalvergroting in onderwijs, zorg en volkshuisvesting en het megalomane gedrag van sommige bestuurders in deze sectoren. Dat zijn voor hem afgeleiden van het echte probleem. Dat ware probleem is de grote financiële afhankelijkheid van maatschappelijke organisaties en verenigingen van 1 dominante financierder, de overheid. Het heeft tot gevolg dat burgers zich niet meer herkennen in de instellingen en organisaties in onderwijs, zorg en volkshuisvesting.
‘De fondswerving voor maatschappelijke organisaties gaat niet rechtstreeks maar indirect via de belastingen. Door de financiering via de overheid leven de maatschappelijke organisaties van indirecte en niet van directe solidariteit.  Nodig is dat we als samenleving die ruimte weer terug winnen. De energie van burgers en vrijwilligers moet gestoken worden in directe solidariteit en niet in afgedwongen vormen van solidariteit via belastingheffing.’
Verschillen
De financiële gouden koorden waarmee scholen, zorginstellingen en omroepen aan de overheid zijn verbonden, leiden ook tot het verlies aan de zo typerende diversiteit van scholen, zorginstellingen, corporaties en omroepen. ‘De essentie van maatschappelijke dienstverlening is diversiteit, iedereen kiest voor de aanpak die bij zijn opvattingen past. De civil society is van diversiteit’, aldus Meijs. Maar wat gebeurt er? Scholen moeten voldoen aan door de overheid gestelde uniforme voorwaarden, zoals voorgeschreven vormen van onderwijs en het verplicht behandelen van maatschappelijke vraagstukken op straffe van verlies van financiering.
Om financiële redenen wordt de diversiteit aan omroepen gekortwiekt: van 28 terug naar 8 omroepen.  ‘Legitimiteit van maatschappelijke organisaties is gebaseerd op de vrije keuze om naar eigen inzichten keuzes te maken, op vrijheid van meningsuiting.  Stelt u zich voor dat in een ander land het aantal ‘vrije stemmen’ op de TV met 20 beperkt wordt.’
Regeerakkoord
Het nieuwe kabinet lost dit verlies aan legitimiteit van maatschappelijke organisaties bij burgers niet op. In het regeerakkoord van VVD en PvdA wordt de financiële afhankelijkheid bestendigd. Soms wordt het zelfs versterkt in een poging het megalomane gedrag van bestuurders en schaalvergroting – die werd uitgelokt door de financiering van de overheid – aan banden te leggen. Corporaties moeten zich beperken tot de sociale verhuur, moeten huurpenningen afdragen aan de overheid en worden onder bevel van de gemeenten geplaatst. In het onderwijs worden fusienormen opgesteld om scholen naar de menselijke maat te maken; maar dat moet dan gerealiseerd worden door de bekostiging van scholen op deze normen af te stemmen, de financiering als sturingsinstrument. Van een teruggave van de maatschappelijke instellingen aan de burgers of het ruimte geven aan burgers voor eigen initiatieven is in het regeerakkoord niets te lezen. ‘Het gaat om de ‘survival of the fitting’ ten aanzien van het overheidsbeleid, niet om ‘survival of the fittest’ van het precies aansluiten op een maatschappelijke vraag’.
Burgers
Burgers en de civil society worden in het regeerakkoord niet voor vol aangezien, concludeert Meijs. De politiek wil het zelf allemaal oplossen. De burgers die als vrijwilligers zich inzetten in publieke en semipublieke organisaties – Nederland heeft wereldwijd gezien veel vrijwilligers – vindt zichzelf in het regeerakkoord niet terug. ‘De burger is in het regeerakkoord zeker geen coproducent.’
Meijs zou graag zien dat burgers weer mogen meepraten en -beslissen binnen scholen en corporaties. ‘Het is van de zotte dat er een wet nodig is om directies van corporaties met huurders te laten praten. Het is een kerntaak van directies om zich te verstaan met, te verantwoorden aan en te legitimeren tegenover hun huurders en leerlingen. Zij moeten zich realiseren dat hun cliënten geen exit hebben en dus alleen maar voice. Dat negeren is echt een doodzonde voor maatschappelijke organisaties. Maar ja, meepratende burgers en cliënten vinden de directies maar lastig. Ze hebben niet voor niets van de verenigingen stichtingen gemaakt…..’
Emanciperen
Maar de kern van het pleidooi van de Rotterdamse hoogleraar is dat de burger emancipeert, zich losmaakt van de gouden financiële koorden met de overheid. Het gemak waarmee de burger zich het financiële dictaat – wie betaalt, bepaalt – laat opleggen, ergert Meijs. ‘Als samenleving moeten we onze civil society weer sterk maken. De misvatting van ons als burgers is dat wij denken dat het publieke domein van de overheid is, maar het publieke domein is van de samenleving. Het is van ons allemaal.’
NOS
‘We hebben veel dingen die nooit van de overheid zijn geweest. Neem de publieke omroep. Alleen de NOS is ‘echt’ van de overheid. Toch ervaren we de gehele publieke omroep als een soort overheidsomroep. Bij scholen gaat de financiële afhankelijkheid zo ver dat we op beginselen als de vrijheid van meningsuiting en de keuzes om dingen anders te doen, juist doen wat de overheid voorschrijft.’
Maatschappelijke organisaties en de civil society hebben behoefte aan eigen middelen:  private energie in tijd en geld. Het vrijwilligerswerk loopt wel in Nederland maar Meijs zou wensen dat de bestuurders van vermogensfondsen de moed zouden hebben om maatschappelijke activiteiten langdurig te financieren, zodat de afhankelijkheid van de overheid minder kan. ‘Want dat is toch de belangrijkste strategie: hoe maken we meer onafhankelijke financiering voor de civil society.’
Valkuil
Een belangrijke drempel is dat in Nederland – anders dan bijvoorbeeld in Engeland – publieke activiteiten (emotioneel) liefst niet uit private gelden gefinancierd mogen worden. ‘Wij zijn allemaal in dezelfde valkuil gelopen. We maken ons niet alleen financieel afhankelijk van de overheid, we laten ons allemaal aanpraten dat we in sportverenigingen met obesitas bezig moeten zijn in plaats van met wat die vereniging zelf wil. Want als samenleving vinden we het ook moeilijk om te accepteren dat de ene vereniging beter is voor bijvoorbeeld kinderen dan de ander, dat de ene maatschappelijke organisatie anders is dan de andere. De civil society heeft een eigen kracht die gebaseerd is diversiteit, op een markt voor filantropische, private energie waar verschillen bestaan.’
PUBLIC SPACE DEBAT OVER MAATSCHAPPELIJKE MIDDENVELD

Dit is de 8e bijdrage in het debat van Public SPACE over de maatschappelijke organisaties, ondernemingen en instellingen in zorg, onderwijs, volkshuisvesting. Na de instituties ligt de focus in deze en volgende bijdragen over het maatschappelijk middenveld op de rol van de burger. Zie voor eerdere bijdragen: www.publicspace.nl

Related Articles

One Comment

  1. Als, inmiddels deskundige op het gebied van de pensioenfondsen (vind ik zelf) en secretaris van de Vereniging voor Gepensioneerden PME (voor de bedrijfstak metaal- en elektrotechnische industrie) vind ik dat dit verhaal toepasbaar en overdraagbaar is op onze Nederlandse pensioenfondsen. Uiteraard is het niet onderzocht en het is maar de vraag hoe we de fondsen zover krijgen om echt aan wetenschappelijk onderzoek mee te werken!
    Maar het beheer van onze pensioengelden, ook die van universiteitsprofessoren, staat m.i. echt op het spel! Dat is inmiddels zo’n 1000 miljard euro. Een geldberg waarvan elke beweging inmiddels een dagelijkse invloed op de gehele economie van de Europese Unie heeft!

Back to top button