Disruptief burgerschap
Burgermacht: Het stichten van scholen
De Volkskrant rapporteert vandaag, 29 april j.l., over een onderzoek naar het stichten van scholen. Formeel een grondwettelijk recht van ouders, feitelijk tegengewerkt door gemeenten en concurrerende scholen. Hierover gaat mijn upcoming essay ‘Burgerkracht met Burgermacht. Het einde van de maatschappelijke onderneming en het polderpaternalisme’. In dit blog daarom een voorproefje via de quotes uit dat essay die gaan over leerrechten en rechten om stukken dienstverlening over te nemen van bestaande concerns. Het verschijnt medio mei.
Start Quote (p. 115 e.v.):
Uiteindelijk gaat het om een omkering van perspectief (burgerinitiatief eerst) en het niet vertrouwen op retoriek of intenties, maar wettelijk creëren en vastleggen van tegenmacht voor de burger tegen gevestigde instituten, overheid en maatschappelijke ondernemingen in gelijke mate. Het lijkt er zeker op dat hiervoor toenemend een breed politiek draagvlak kan worden gevonden. Voorbeelden hierboven hebben we al benoemd rond het recht op PGB’s (verankerd in de WMO en WLZ) of buurtrechten (in bespreking). Waar meer op kan worden ingezet is milde regelgeving rond beginnende initiatieven of ‘carve out’-regelgeving als deel-voorzieningen uit een groter geheel onder beheer van burgers moet worden gebracht.
Eenzelfde kanteling van perspectief zou aan de orde kunnen zijn in het onderwijsdebat rond leerrechten. Recent heeft de Kinderombudsman in een advies inzake thuisonderwijs (ook zo’n vorm van oudergedreven en -uitgevoerde en dus ‘amateuristische’ onderwijsvoorziening) gepleit voor deze omslag van leerplicht naar leerrecht. Dit raakt aan een sterk aanbodgedreven en paternalistische praktijk in Nederland dat leerplicht tegelijk schoolplicht is. Op dit fundamentele punt gaat staatssecretaris Dekker in zijn antwoord geheel niet in. Hij concludeert dat school¬plicht gehandhaafd moet worden en feitelijk thuisonderwijs dus verboden. Alle eerdere argumenten passeren hierbij weer de revue: het is beter voor het kind, het is beter voor de (aantoonbare, protocollaire!) kwaliteit en het is efficiënter te controleren door de inspectie. Boeiend aan dit hele onderwijsdebat is echter dat onze onderwijswetgeving nu net op een punt zeer modern is: het recht van ouders hun eigen school te stichten. Op dat vlak is het actuele parlementaire debat hoopgevend. Dit unieke element wordt omarmd en zelfs versoepeld door niet langer denominatie als leidend principe te hanteren, maar ook nieuwe initiatieven vanuit pedagogische visie en draagvlak in communities. Hier tekent zich zeker een revolutionaire vernieuwing af. Men denkt over het toelaten van een initiatiefrecht tot stichting van scholen voor openbaar onderwijs door ouders. Zeer serieus wordt gekeken naar een ‘carve out’ achtige aanpak waarbij bestuursoverdracht plaats kan vinden uit een groter scholen geheel naar bereidwillige ouders. De ultieme slag naar grotere burgerrechten via het principe van leerrechten zal uiteindelijk wel gaan volgen.
Dit alles toont aan dat op dit vlak de brede politiek een soort consensus bouwt waarbij rechten voor burgers en zelforganisatie meer worden ingebouwd in wettelijke instrumenten. Dit geldt ook voor meer inspraak in de governance van maatschappelijke ondernemingen. Dit is een goede weg die zeker innovatie en actief burgerschap verder zal gaan uitlokken, al zal het nog vaak stuiten op verkokering, kwaliteitsbezwaren en afkeer van ‘amateurisme’.
Einde quote. Het essay verschijnt medio mei via een presentatie aan prof. dr. Kim Putters, directeur Sociaal Cultureel Planbureau.