PublicatiesMaatschappelijk ondernemerschap
Culturele ambitie van Utrecht: eigen opera, orkest, culture factory
Column Steven de Waal voor de Utrecht Development Board
Al enige jaren ben ik betrokken bij het culturele leven van de stad Utrecht. Onder andere via Theater Utrecht, als voorzitter van de Raad van Toezicht. Het gezelschap staat er artistiek, financieel en qua publieksbereik weer gezond voor. Het bouwt een unieke naam op met eigenzinnige, creatieve en spannende programmering in heel Nederland. En krijgt daar ook artistieke prijzen voor.
Het culturele leven in onze stad bestaat niet alleen uit klassieke en bekende vormen zoals toneel, beeldhouwen, ballet of muziek. Overigens: Utrecht bezit in de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht de grootste kunstvakopleiding van Nederland. En dus de grootste jaarlijkse aanwas van nieuw artistiek talent.
Streetdance
Minstens zo belangrijk is, waar de Utrechter cultureel mee bezig is en zich verder in wil ontwikkelen. Waar geeft de Utrechter zelf vorm aan het culturele leven van de stad: lid van een zangkoor, bezoeker van musea en theater, kinderen op muziekles, actief in streetdance?
Divers en groot
In opdracht van de gemeente is zojuist een visitatierapport verschenen. Wat blijkt? Het culturele leven in Utrecht is groot en divers, ook in vergelijking met andere steden. Van BAK tot Metaalkathedraal, broed- en vindplaatsen van nieuw cultureel talent. Vele musea, waaronder mijn favoriete Catharijneconvent, opererend op het spannende snijvlak van oude en nieuwe religies en daarmee spraakmakend. Het Literatuurhuis, dat nieuwe en oude literatuur en schrijvers in het zonnetje zet. De Nederlandse Bachvereniging, wereldwijd beroemd om haar Bach-vertolkingen.
Festivals en theaters
De vele festivals, waaronder het grootste en bekendste Festival Oude Muziek, maar ook het Harp Festival en vele andere. Allerlei vormen van theaters, van Stadsschouwburg en onze eigen Paardenkathedraal tot Theater Kikker en het Werftheater.
“Een eigen operagezelschap claimen, een eigen orkest opzetten en, vooroplopend, de eerste ‘urban culture factory’ vestigen, ergens aan de randen van de stad”
Tweedeling
Zoals ook landelijk kent het Utrechtse cultuuraanbod een tweedeling. Er zijn een paar grote, bekende namen die het goed doen, ook qua publieksbereik. En er zijn vele kleintjes die vooral drijven op het idealisme en de artistieke motivatie van makers en pioniers.
Utrecht nog kwetsbaar
In Utrecht lijkt die tweedeling nog een maatje erger. Enerzijds omdat zelfs de grote namen soms toch klein en kwetsbaar zijn. Anderzijds omdat het hele arsenaal niet past bij de snelst groeiende stad van het land. Het lijkt ook hier weer alsof Utrecht slecht is in landelijke verkoop van en lobby voor zichzelf. De stad haalt van alle grote steden het minst binnen bij het rijk op cultureel gebied en zij staat daarin op de zevende plek net boven Tilburg.
Urban culture factory
Tot slot. Het lijkt ook hier alsof de stad nog niet beseft dat ze veel groter wordt en dus ambitie zou moeten hebben. Een eigen operagezelschap claimen, een eigen orkest opzetten en, vooroplopend, de eerste ‘urban culture factory’ vestigen, ergens aan de randen van de stad. Zo’n vrije plek waar makers creatief en artistiek aan de slag kunnen, elkaar inspireren en geen formele of financiële verplichtingen hebben.
Waarmee we nog verder stimuleren dat cultuur zich afspeelt tussen de mensen, op straat en in vrije plekken. Kijk, dan lopen de Utrechters cultureel voorop.
Deze column verscheen oorspronkelijk op de website van de Utrecht Development Board, februari 2019.
Steven de Waal is vanaf de oprichting in 2009 lid van de Utrecht Development Board.