Maatschappelijk ondernemerschap
Spankracht in de Publieke sector
Op 18 januari 2008 hield ik een introductie op mijn nieuwe boek (dat toen nog moest verschijnen) op een invitational conference van het adviesbureau Spankracht te Borger. Dit op verzoek van mijn vriend en oude partijbestuurscollega Hans Agterberg. Het was een prettige, overzichtelijke setting, met veel relaties van het bureau uit het Noorden van het land.
Er ontstond een enerverend debat, vooral aan de hand van de volgende stellingen die ik inbracht (en ten dele in het manifest van Public SPACE te vinden zijn):
- we hebben in de Nederlandse publieke sector grote problemen (files, jeugdzorg, oude wijken, milieuoverlast bijvoorbeeld rond Schiphol), maar we pakken ze op een verkokerde, kleinmakende manier aan, omdat het openbaar bestuur niet anders kan; problemen worden daardoor allereerst jarenlang gebagatelliseerd;
- termen als ‘allure’ en ‘ambitie’ zouden voor de publieke zaak veel meer moeten vallen, we zitten in een catenaccio (het verdedigende en bange kluitjesvoetbal dat Italie een tijdlang liet zien) cultuur;
- de optie van samenwerking tussen publieke partijen en private partijen (de kern van mijn boek) wordt veel te weinig verkend, Nederland is daar groot mee geworden. We hebben ons door het theoretische marktdenken van de EU die kracht laten afpakken.
In de discussie gingen we nog stevig in op de positionering van woningcorporaties en de aanpak van de WMO, waarvan veel vertegenwoordigers in de zaal zaten.