Disruptief burgerschapMaatschappelijk leiderschap
Strategie en Disruptief Burgerschap: het goede filosofen-gesprek
Voorbij de emotionele weerstand bij de oude machthebbers
Onder mijn strategische analyse van disruptief burgerschap liggen ook de wijsheid en inzichten van filosofen. Uiteraard van mijn favoriet, Aristoteles, maar ook Elinor Ostrom (die van de ‘commons’) en Zygmunt Bauman (die van ‘Liquid Modernity’). In het weekend, op zondagmiddag 17 maart 2019, hield ik een lezing voor een goed gevulde zaal van de Internationale School voor Wijsbegeerte (ISVW). Dit waren Vrienden van Filosofen, dus velen ook zelf zeer filosofisch ingesteld en geïnteresseerd. In het gesprek na afloop kwamen we dan ook uit op de ‘deep philosophy’ vraagstukken van ‘mensbeelden’ en ‘burgerschapsvisies’.
De #DigitalCivilRevolution vraagt om nieuw leiderschap: Civil Leadership
De kern van mijn lezing en daarmee ook veel discussie na afloop ging langs de volgende lijnen:
- Er is een nieuwe technologische revolutie gaande (door mij de #DigitalCivilRevolution gedoopt), die veel meer informatie-, kennis- en organisatiemacht aan burgers geeft en het publieke debat revolutionair verandert en dus ook politiek en democratie
- Er staat vanaf nu een permanente publieke tribune ‘aan’. Dit 3e kanaal van, voor en door burgers, inclusief hun zelfproductie, zal gaan winnen in de agendasetting en ‘battle for the eyeballs’, politiek kan dat alleen maar volgen op straffe van gebrek aan relevantie of zelfs maar aandacht
- En dus wordt ‘framing’ van issues, betekenis, strijd, ideologie het grote nieuwe politieke en publieke punt. De grote onrust die deze revolutie brengt, is dus op diep filosofisch niveau een mentale en ideologische onzekerheid: Waar gaan we/ik heen? Wat biedt de toekomst? Kunnen onze leiders het oplossen? Alle verwijten aan ‘populisten’ dat ze die onrust misbruiken en uitbuiten, zijn onterecht: zij hebben door hoe diep dit zit. Ze dragen zeker niet bij aan oplossingen en geven vaak de schuld aan ‘anderen’, zoals andere bevolkingsgroepen, maar ze verwoorden wel deze diepe onrust die leeft. ‘Populisme’ is daarom vooral een verwijt met een boemerang effect: degenen die het gebruiken, geven aan dat ze het in ieder geval zelf niet begrijpen en terug willen keren naar ‘oude oplossingen’ en ‘business as usual’.
- En dan is natuurlijk het grote nieuwe issue: dit valt alleen te pareren en vertrouwenwekkend aan te pakken door nieuw leiderschap ‘civil leadership’: betrokken, gepassioneerd voor de publieke zaak, persoonlijk en retorisch begaafd (vanwege de permanente tribune). Dat laatste is nog een hele lange weg voor de meeste publieke leiders en bestuurders in Nederland van dit moment. Het #PolderPaternalisme en de training in de binnenkamertjes en de bevriende bestuurlijke circuits zit heel hoog en heel diep.
Veel Nederlandse burgers zijn verslaafd aan overheid en politiek
Zoals gewoonlijk maakte ik ook in dat debat weer mee hoe de zittende macht, zoals (ex-)politici en (ex-)overheidsbestuurders, hier enorme, emotionele en culturele moeite mee heeft. In de kern accepteren ze niet dat hun schijn-monopolie op de publieke zaak en publieke opinie verdwijnt. Het is als het ware de tegenhanger van de verslaving van veel Nederlandse burgers aan overheid en politiek: alsof die voor alle maatschappelijke sores kunnen, moeten en zullen zorgen. De revolutie betekent dus het afkicken van die wederzijdse illusie: dat de politiek alles kan oplossen en overheidsbestuurders die dat met genoegen accepteren en ook zijn gaan geloven of minstens pretenderen. De overheid als centrum van alles wat publiek en maatschappelijk is.
“… dat men klaar is met die egoïstische en emotionele verwarring en verontwaardiging bij (ex-)politici en het graag zakelijker wil hebben over wat de beste reactie is.”
Die ontkenning en verontwaardiging vanuit oude zekerheden herken ik uit de reacties van veel bestuurders in het bedrijfsleven zo’n 5 jaar geleden op de daar toen opkomende disruptie. Sommigen zijn inmiddels failliet of overgenomen. Dat is de belangrijkste reden voor mijn laatste boek ‘Civil Leadership as the Future of Leadership’: we kunnen democratie, publieke sfeer en burgerschap temidden van de technologische revolutie alleen redden als de zittende publiek verantwoordelijke bestuurders beter en tijdiger reageren dan deze bestuurders in de markt. Tot nu toe zie ik daar niet veel hoopgevende signalen van, het meest nog bij beginnende bestuurders van rond de 40 jaar. Al zag ik ook bij de filosofen dat het gesprek toenemend gaat over de mogelijke ‘oplossingen’, de richtingen voor de beste reactie en dus acceptatie van mijn strategische analyse. Ik begin nu vaker mee te maken in groepen die ik toespreek, dat men klaar is met die egoïstische en emotionele verwarring en verontwaardiging bij (ex-)politici en het graag zakelijker wil hebben over wat de beste reactie is.
Download hier de presentatie
Een samenvatting van deze terugblik werd opgenomen in het Vriendenmagazine van ISWV (pdf).