Maatschappelijk leiderschapMaatschappelijk ondernemerschap
VVD: corporatie kleiner en onder gemeentelijke vlag
27 juli 2012 – De VVD wil het stelsel van corporaties op de schop nemen. De liberalen vinden dat de corporatie zich moet beperken tot de zorg dat er voldoende woningen zijn voor mensen met een kleine beurs. Het maximum ligt daarbij wat de VVD betreft bij de huurtoeslaggrens van 664 euro per maand.
De zorg voor voldoende woningen voor sociale verhuur is voor de VVD de kerntaak waartoe de corporatie van de toekomst zich moet beperken. Geen commercieel vastgoedactiviteiten meer. Corporaties doen de sociale woningmarkt en moeten daarom binnen 5 tot 10 jaar de helft van hun woningenbestand afstoten, vindt de VVD. Voor zittende huurders is er het eerst recht op koop.
Gemeentelijk toezicht
Vanzelfsprekend heeft de liberale keuze gevolgen voor de organisatie van de corporatie. Woningbouwcorporaties moeten van de VVD flink inkrimpen. Uiteindelijk moeten corporaties uitvoeringsorganisaties worden onder extern gemeentelijk toezicht. ‘Gemeenten worden zo eindverantwoordelijk voor het lokale huurwoningenbeleid’, aldus de VVD in het verkiezingsprogramma “Niet doorschuiven maar aanpakken”.
De partij van lijsttrekker en demissionair premier Mark Rutte is het meest uitgesproken over het aanpakken van de grootschalige corporaties. Maar het liberale verkiezingsprogramma zwijgt over de vraag of grote zorginstellingen kleiner moeten worden. De grootschalige organisaties in het onderwijs lijken evenmin weinig te vrezen te hebben. Echter, scholen die willen fuseren kunnen van een koude kermis thuis komen. De VVD wil de financiële prikkels afschaffen die in het huidige stelsel leiden tot grote provinciale en bovenregionale schoolorganisaties, dat wat de liberalen onderwijsfabrieken noemen.
De trend is glashelder: de politieke partijen houden niet meer van het maatschappelijk middenveld. De organisaties in zorg, onderwijs en volkshuisvesting moeten bij voorkeur kleiner. Zie ook de 1e bijdrage in het debat van Public Space over het maatschappelijk middenveld: http://www.publicspace.nl/2012/07/02/maatschappelijk-middenveld-op-haagse-snijtafels/
Bobo’s
Voor wie de VVD volgt, is dat geen verrassend standpunt. ‘Wij zijn niet al te enthousiast over de wijze van publieke verantwoording bij en door dit soort maatschappelijke organisaties. Managers in deze organisaties staan ver weg van de werkvloer. Dit soort organisaties zijn door hun grote omvang maar al te vaak in handen van managers en bobo’s en staan steeds verder weg van de mensen’, zegt Patrick van Schie, directeur van de Teldersstichting, het wetenschappelijk bureau van de VVD.
Een groot verschil tussen VVD enerzijds en PvdA en CDA aan de andere kant is dat de VVD wantrouwend is over de verstatelijking van de organisaties in het maatschappelijk middenveld en toedeling van publieke bevoegdheden aan die organisaties.
Die houding is ook terug te vinden in de mate waarin de overheid de komende jaren een rol moet spelen in het beperken van omvang, macht en invloed van deze maatschappelijke organisaties in zorg, onderwijs en volkshuisvesting.
Veiligheidsregio
De PvdA verwacht het meeste van de overheid met het pleidooi om de grootte van corporaties, scholen en zorginstellingen te beperken tot de omvang van een veiligheidsregio.
‘Wij zijn voor concurrentie. Als je regionaliseert, loop je de kans dat iedere corporatie een eigen regio heeft. Wij vinden dat klanten een brede keuze moeten hebben, er moet dus concurrentie zijn’, aldus Van Schie.
Het gaat de VVD om de ‘choice of voice’, dat wil zeggen dat de burger bij voorkeur iets te kiezen moet hebben.
‘Als dat niet mogelijk is, moet hij zijn eigen stem daadwerkelijk kunnen laten horen’, aldus Van Schie. Het liefste ziet de VVD dat er vanzelf meer ruimte komt voor burgers om de zaken naar eigen inzicht te regelen. ‘Wij geloven in de eigen kracht en samenwerking van mensen en zijn wantrouwig als de overheid kunstmatig daarbij met allerlei arrangementen gaat helpen’, zegt Van Schie.
Meer democratie en meer inspraak en invloed voor burgers. In die zin juicht de VVD burgerinitiatieven, die in toenemende mate opkomen, toe. Vooralsnog komen de liberalen niet met voorstellen om ten koste van maatschappelijke ondernemingen en instellingen ruim baan voor dit soort initiatieven te organiseren. De belangrijkste verklaring: de VVD is ideologisch heel terughoudend als het gaat om het acteren op het maatschappelijk middenveld. De burgers moeten het in goede concurrentie zelf doen.
Denktank Public Space grijpt de verkiezingscampagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 12 september aan om het politieke en maatschappelijke debat te voeren over de toekomst van maatschappelijke organisaties, ondernemingen en middenveld.
Eigen kracht
Het vergroten van de invloed van burgers is als gevolg van de steeds verder om zich heen grijpende bezuinigingen een van de belangrijkste thema’s. Eigen kracht is daarbij een verzamelterm die staat voor het ontwikkelen door burgers zelf – met gepaste steun van professionals in zorg, onderwijs en volkshuisvesting – van sociale netwerken waardoor burgers-in-problemen worden gestimuleerd en geactiveerd om deel te nemen aan maatschappelijke processen.
Inkapselen
Een knelpunt is dat er een soort natuurlijke reflex vanuit overheid en maatschappelijke organisaties is om dit soort ontwikkelingen ‘in te kapselen’.
Rugter van Soelen, voorzitter van de Raad van Bestuur van Betrokken Zorg in Noord-Nederland (www.betrokkenzorg.nl) , probeert los te komen van alle regels en protocollen over hoe de zorg georganiseerd moet worden en uitgaven gecontroleerd worden, maar wordt door alle regels voortdurend gedwongen zijn organisatie naar die regels aan te passen. ‘Wij zijn in het leven geroepen om goede zorg te geven. Wij behalen fantastische resultaten. Wij willen dat onze klanten tevreden zijn. Wij positioneren ons als een contextgedreven organisatie: wij sturen op effectiviteit. We bewegen niet mee met de budgetten. Daar vraagt de burger niet om. Wij proberen daarom te zorgen voor verbinding met burgers en cliënten. Maar als je vervolgens ziet hoe de toezichthoudende instanties willen hoe wij onze organisatie inrichten, heeft men niet door wat voor impact dat heeft op onze organisatie. Wij experimenteren veel, maar door alle regels lijkt het wel alsof je alles bij het oude moet houden.’
Burgers
Het vergroten van de rol van burgers is voor veel politieke partijen – zeker in woord en geschrift – een van de belangrijkste uitdagingen. Door minder budget heeft de overheid minder geld, mensen en middelen om problemen op te lossen en dus moeten burgers dat zelf gaan doen. Ook voor maatschappelijke organisaties betekent het dat zij meer moeten overlaten aan burgers zelf.
Erwin Hoppener, raad van bestuurslid van Juzt ( www.juzt.nl ), een jeugdzorgaanbieder voor de opvang van jongeren in zware, gesloten jeugdzorg in West-Brabant, pleit daarom voor een krimpende eigen organisatie. ‘Wij moeten er samen met ketenpartners alles aan doen te voorkomend dat kinderen 7 x 24 uur gedwongen worden opgenomen.’ Zijn organisatie moet daarom proactiever gaan werken en sneller, adequater en effectiever anticiperen op de (potentiële) hulpvraag van de cliënt.
Cliëntenraad
Het betrekken van de burgers bij het oplossen van dit soort knelpunten in de jeugdzorg is lastig, erkent Hoppener. Juzt focust op het vergroten van de participatie en wil burgers en politiek interesseren voor de veranderingen in de jeugdzorg die door bezuinigingen niet meer op de vertrouwde manier verder kan. ‘Wij hebben twee medewerkers cliëntparticipatie aangesteld. Deze houden zich bezig met de samenstelling en begeleiding van de Cliëntenraad en Jongerenraad. Ook overwegen wij aan de hand van forumdiscussies burgers en gemeenteraadsleden te betrekken bij de transformatie van de jeugdzorg. Ik merk dat dit toch nog allemaal ver verwijderd staat van waar burgers zich mee bezig houden. Toch blijven we hierin investeren.’
Dit is de 2e bijdrage in het Public Space Middenveld Debat – De eerste bijdrage werd gepubliceerd op 1 juli 2012. Public Space is een denktank en platform voor maatschappelijk ondernemers en bestuurders uit de publieke en private sector.