PublicatiesMaatschappelijk ondernemerschap
Nieuwe stad op oude fundamenten
Column Steven de Waal voor de Utrecht Development Board
Laatst bezocht ik DOMunder, het fraaie museum onder de grond op het Domplein. We zagen de letterlijke wortels van Utrecht: restanten van de oude ingestorte Dom, pilaren van de nieuwe Dom en het plaveisel van een oude Romeinse weg.
Het deed me denken aan de tocht die ik lang geleden mocht maken met de pionier van DOMunder, Theo van Wijk. Hij toonde toen zijn eerste vondst. Het was een stukje Romeinse muur onder de grond op een binnenplaats van een pand aan het Domplein. Hij legde uit dat vanaf daar de weg naar beneden liep, naar de Vismarkt. Omdat vroeger steden gewoon weer werden gebouwd op de puinhopen van daarvoor. En stenen lagen nu eenmaal op een grote hoop rond de ingestorte Dom.
Oud en nieuw leren elkaar verstaan
Dat lijkt me een goede boodschap voor de groeiende stad Utrecht. De tijd is al lang voorbij dat het antieke en middeleeuwse deel van Utrecht toonaangevend is. We hebben er vele moderne wijken bij gekregen, van Overvecht tot Leidsche Rijn. Juist in die nieuwe wijken kunnen sneller en beter vernieuwingen worden gerealiseerd. Het gaat dus om een nieuwe combinatie als hele en samenhangende stad. Heel Utrecht profiteert van het actieve project ‘Taal Doet Meer’, waar duizend vrijwilligers zich inzetten om beter samen te leven en met elkaar zaken aan te pakken. Daarvoor moet je elkaar verstaan, elkaars taal spreken. Kijken we specifiek alleen maar naar Overvecht, dan zien we dat daar in totaal bijna 180 uiteenlopende organisaties actief zijn. Allemaal om de wijk en daarmee ook de stad verder te helpen op het belangrijkste probleem in een steeds grootstedelijker stad: te weinig taal, begrip en samenwerking.
Nieuwe wijk betekent minder verkokering
Zo kent Leidsche Rijn een fraai concept rond integrale gezondheidscentra, posten voor eerstelijnszorg waar alle disciplines direct toegankelijk voor bewoners bij elkaar zitten. Een dergelijke afwijking van de reguliere gezondheidszorg valt alleen te realiseren in een nieuwe wijk waar je opnieuw kunt beginnen. Zonder sterke verkokering, kenmerk van de reguliere zorg. Een ander positief punt van Leidsche Rijn is dat het architectonisch een zeer moderne en heel diverse wijk blijkt. Een genot om te wonen en doorheen te fietsen en telkens weer verrassend. Ook daar zijn ‘oude’ en bestaande elementen verwarmend en inspirerend in het ontwerp opgenomen, zoals boerderijen, sloten, oude bomen en waterpartijen. Die combinatie van oud en nieuw is de grootste uitdaging voor de stad Utrecht de komende jaren. Ik wens bewoners, immigranten, projectontwikkelaars en de gemeente vooral daartoe wijsheid, creativiteit en openheid toe.
Uitdaging van ‘oud’ met ‘nieuw’
De grootste wijsheid wens ik bewoners van de oude, antieke delen van deze dynamische stad toe. Dat ze eraan wennen dat ze niet langer in het centrum van de stad zitten. Noch het middelpunt zijn van de politiek of van de beleidskeuzes van Utrecht. Met het besef dat zij leven in een fraai, goed geconserveerd deel van deze groot gegroeide stad met nu 900 jaar stadsrechten. Ik hoop dat ze die rijke historie willen bewaken, beleven en delen met alle anderen. En natuurlijk niet dat ze denken dat ze inmiddels alleen maar onder de grond thuishoren, omdat je daar nog rustig de historie kan bekijken.
Deze column verscheen oorspronkelijk op de website van de Utrecht Development Board, 10 januari 2023
Steven de Waal is vanaf de oprichting in 2009 lid van de Utrecht Development Board.