Maatschappelijk leiderschap
Nationale kampioenen: bewijzen uit buitenland en eigen land
De afgelopen weken heb ik op dit weblog aandacht gevraagd voor de veranderde nationale positie in het internationale krachtenveld en het feit dat we het over nationale kampioenen moeten hebben. Ook al onderdeel van ons manifest van begin 2007. Dit betoog is vervolgens prompt verhoord door het buitenland. Rusland draaide een tijdje de gaskraan dicht (waar wij overigens niet zo’n last van hadden en niet alleen omdat we warm op het ijs aan het klunen waren). En aansluitend was er de geplande verkoop van Essent aan RWE.
In het bericht ‘Nationale kampioenen (3)’ hebben we expliciet aangegeven dat de distributie van energie niet onder zo’n nationaal bestel zou hoeven vallen. Die stelling was er juist op gebaseerd dat in die discussie al heel goed was gekeken naar nationaal en publiek belang, waaruit de moedige koers voortkwam van splitsen (zie voor meer achtergrond het betreffende hoofdstuk ‘Ontvlechten‘ in het boek Strategisch management voor de publieke zaak)! Maar: de reden dat we ons eigen nationaal belang beter moeten definieren, is nu net mijn wantrouwen tegenover de grote landen in Europa. En die blijken op dit vlak, net als bij de postmarkt, helemaal niet toe aan loslaten van HUN nationale kampioenen. Tevens valt natuurlijk op hoe slecht onze nationale regie is, want de provincies laten zich niet sturen. Dit speelt zich alleen nog maar binnen de overheid af, laat staan als we met private partijen ook tot meer regie moeten komen. Zoals hier al eerder gezegd: de bestuurders in Nederland voelen nog geen crisis!