Maatschappelijk leiderschap
Vreemde marionetten van het CPB, geen leiderschap
Er is nu een aantal lijsttrekkersdebatten geweest voor de verkiezingen van 9 juni 2010. Bedoeld om de kiezer meer inzicht te geven waar de politiek leiders met het land naartoe willen. Zou je zeggen. Maar het gaat alleen over de doorrekening van het CPB van de verkiezingsprogramma’s. Politiek leiders als amateureconoom. Job Cohen was een van de weinigen die er een grapje over durfde te maken, met zwaar ironische toon sprak hij: “Ja, het is heeeel belangrijk dat wij al die getallen uit ons hoofd kennen”. Middenin de recessie, toen in alle buitenlandse onderzoeksinstituten al het R-woord, Recessie, in de mond werd genomen, ‘voorspelde’ ditzelfde CPB nog dat Nederland maximaal 1 procent zou krimpen.
Ik verwijt het CPB niet dat ze de bankencrisis niet zagen aankomen, daarvoor had je veel sluwer en veel meer in de echte financiële wereld moeten zitten dan veilig achter je modellen in Den Haag, maar wel dat ze een heel jaar, 2008, nodig hadden om hun ramingen bij te stellen. Terwijl IMF en OECD dat allang gedaan hadden. En dan zouden we nu bijvoorbeeld dus heilig moeten verklaren dat er een banencijfer bij de VVD ‘uit zou rollen’ van 400.000 in 2040! Het CPB kan nog niet eens om de hoek van de economie kijken, hetgeen ze ook zelf toegeven, laat staan een hele snelweg vooruit. Het is de overdreven maakbaarheid ten top. Natuurlijk moet de politieke strijd nu over de economie gaan, maar ik pleit voor een politieke visie. Het nadeel van economen is nu eenmaal dat het veel over getallen, modellen en vooral over geld gaat. Er is een klimaatcrisis, een europese crisis, een generatiecrisis, een insider-outsider crisis, het gaat niet alleen om geld.
Deze bijdrage verscheen in licht gewijzigde vorm als gastblog in Zorgvisie