Disruptief burgerschapMaatschappelijk leiderschap
De burger is mans genoeg
13 januari 2013 – Burgers willen zelf hun buurten en wijken leuker maken. Bestuurders en professionals moeten daarom oppassen burgers voor hun karretje te spannen, waarschuwt de Tilburgse wetenschapper Ted van de Wijdeven. En als we willen dat burgers hun eigen boontjes doppen, kan dat alleen als bestuurders beseffen dat initiatieven van burgers in buurten en wijken geworteld moeten zijn, concludeert Ronald van der Giessen, directeur van het Oranjefonds.
Politieke bestuurders en in het verlengde daarvan de professionele bestuurders van maatschappelijke organisaties hebben tegenwoordig de mond vol van de burger. Wanneer zij – vanwege bezuinigingen op de overheidsbudgetten – de burgers meer zelf willen laten doen, dienen zij te beseffen dat de burger niet over een kam geschoren moet worden.
Actieve burgers zijn niet alleen hoogopgeleide burgers en hebben allemaal verschillende redenen om zich voor kortere of langere tijd voor de publieke zaak in hun directe omgeving in te zetten. Politieke bestuurders dienen daarmee dus rekening te houden. ‘Weet dus dat er verschillende typen actieve burgers zijn en dat er slechts een beperkte groep burgers is die goed kan schakelen tussen de taal van de bewoners en de taal van de instituten. Als bestuurder kun je deze groep doe-burgers om advies vragen om misschien tot een nog vitalere samenleving te komen’, zegt Ted van de Wijdeven, wetenschappelijk onderzoeker aan de Tilburgse School voor Politiek en Bestuur en schrijver van ‘Doe-democratie, Over actief burgerschap in stadswijken.’
Wethouders
Wethouders en professionals van maatschappelijke organisaties dienen echter vooral te beseffen dat grote groepen burgers niet op de bestuurders zit te wachten, omdat die de vertegenwoordiger zijn van de trage, bureaucratische gang van zaken waar veel burgers zich juist aan ergeren. ‘Burgers die een concreet project willen uitvoeren, bijvoorbeeld een speeltuin aanleggen of een buurtfeestje willen organiseren, en die daarvoor een vergunning nodig hebben, willen juist zonder bureaucratische hobbels snel geholpen worden.’
Valkuil: eigen agenda
De grote belangstelling van de politiek en de professionele bestuurders van maatschappelijke organisaties voor de burger – meer eigen verantwoordelijkheid, meer zelfredzaamheid – heeft als voordeel dat er beter wordt nagedacht op stadhuizen en in de directiekamers van maatschappelijke organisaties over de burger. ‘Maar de grootste valkuil voor de overheid en grote maatschappelijke instanties is dat ze te veel blijven redeneren vanuit de eigen beleidsdoelstellingen, bijvoorbeeld bezuinigingen of meer leefbaarheid en dat “u als burger daar een bijdrage aan gaat leveren”, aldus Van de Wijdeven.
Wanneer burgers het gevoel hebben dat zij een instrument in handen van de instituties zijn, gaat dat misschien 1 of 2 keer goed, maar bestuurders dienen te beseffen dat burgers zich niet voor hun karretje laten spannen. Het gaat er niet om dat burgers in de beleidsdynamiek van de overheid mee moeten gaan, het moet andersom. Als je als overheid burgers echt actief wilt hebben, moet je als bestuurder echt belangstelling hebben voor wat de burger drijft en interesseert.’
Rugdekking
Van de Wijdeven onderzocht in het kader van zijn eind 2012 afgeronde promotieonderzoek burgerschapsinitiatieven, gericht op stedelijke vernieuwing en leefbaarheid, in Den Haag, Rotterdam, Amsterdam, Breda, Deventer en Hoogeveen. De rol van lokale bestuurders om van die initiatieven een succes te maken, kan doorslaggevend zijn. ‘Maar dan moeten bij dit soort initiatieven-van-onderop bestuurders vooral niet te dirigerend optreden. Ze kunnen rugdekking geven, ze kunnen zorgen dat er budget is of dat er goed getrainde mensen op de ambtelijke werkvloer zijn die de initiatieven ondersteunen.’
Slimme combinaties
Het type stadsmarinier zoals die ooit in Rotterdam, rechtstreeks aangestuurd door het stadhuis en losgemaakt van de traditionele bureaucratie, met succes werden ingezet om de veiligheid in buurten te vergroten, mag niet als ideaalbeeld worden gebruikt. ‘Het is wel handig wanneer een wijkprofessional die goed is in de contacten met burgers nauw samenwerkt met iemand die goed de weg weet binnen de overheid en alle instanties. Het is handig als de een meer empatisch richting bewoners is, weet wanneer hij weg moet blijven, en de andere professional in staat is posities van macht te organiseren om doorbraken mogelijk te maken’, aldus Van de Wijdeven.
Langdurige zorg
Binnen de burelen van de overheid en overheidsinstanties is het duidelijk: burgers moeten veel meer zelf gaan doen. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) houdt in een pas gepresenteerde bundel ‘Wonen, zorg en pensioenen’ zelfs een pleidooi dat burgers verantwoordelijk worden voor de langdurige zorg. In deze WRR-bundel wordt meer samenwerking van corporaties, zorgverzekeraars en pensioenverzekeraars bepleit, bij voorkeur in aansluiting op wat burgers zelf kunnen doen. Staatssecretaris van volksgezondheid, Martin van Rijn, juicht deze aanpak om de zorg in de toekomst betaalbaar te houden, toe.
De Tilburgse onderzoeker Van de Wijdeven waarschuwt: ‘Zorginitiatieven oprichten in een wijk is mooi, maar ook voor dit soort initiatieven geldt: zorg als overheid en instanties dat burgers niet te veel dingen moeten doen volgens jouw bestuurlijk beleidskader. Burgers vinden het leuk om zelf dingen vorm te kunnen geven. Die les is vrij algemeen te trekken. Bestuurders dienen dus oog te hebben voor wat burgers willen.’
Zelfredzaamheid
Voor bestuurders is de verleiding groot om toch zelf te gaan voorschrijven wat het beste is voor de burgers. Burgers vinden dat zelfs prettig, zo bleek uit onderzoek van het Sociaal Cultureel Planbureau: burgers zitten namelijk niet te wachten op meer eigen verantwoordelijkheid en meer zelfredzaamheid. De Tilburgse wetenschapper kan die reactie wel begrijpen. ‘De laatste 30 jaar is de overheid heel erg aanwezig geweest. In Nederland heb je voor bijna alles wel 1, 2 of 3 vergunningen nodig. De reflex van de gemiddelde Nederlandse burger is ook voor financiering van initiatieven meteen naar de overheid te stappen. Je kunt echter ook kijken of het lokaal bedrijfsleven jouw initiatieven wil sponsoren. Corporaties, ook al hebben die het nu moeilijk, kunnen veel betekenen voor burgers.’
Oranjefonds
Daarnaast telt Nederland een hele reeks private goede doelenfondsen. Het Oranjefonds bijvoorbeeld stelt zich tot doel sociale cohesie en de civil society te bevorderen. Dit fonds is opgericht bij gelegenheid van het huwelijk van kroonprins Willem Alexander en prinses Maxima in 2002. Het fonds heeft zo’n 30 miljoen euro te besteden, voor een groot deel afkomstig uit de Postcodeloterij en de nationale Lotto. Het Oranjefonds heeft het afgelopen jaar zo’n 9.000 burgerinitiatieven financieel gesteund en richt zich daarbij op samenwerking in de buurt en het activeren van burgerschap. De burendag en de vrijwilligersklusjesdag Nederland Doet! zijn succesvolle projecten. Ook krijgen tienduizenden nieuwe Nederlanders door de inspanningen van het Oranjefonds Nederlandse taallessen.
Burendag
De boodschap van directeur Ronald van der Giessen van het Oranjefonds is: als we willen dat burgers hun eigen boontjes doppen, kan dat alleen als bestuurders beseffen dat initiatieven van burgers in buurten en wijken geworteld moeten zijn. ‘Mensen zijn heel zelfredzaam en waar ze dat zijn gaan wij ze helpen. Wij proberen er voor te zorgen dat initiatieven van burgers verduurzamen. Geld is daarbij niet het allerbelangrijkste. Voor onze burendag-campagne meldden zich vorig jaar 4500 buurten. Er zijn 1800 buurten die een financiële bijdrage van gemiddeld 350 euro hebben gekregen. Daarover is door de buurten die niets kregen, niet gezeurd. Het gros heeft dus ook geen geld gekregen, maar buurten vinden het fijn als er een platform is, een beweging is van wie ze voelen dat ze daarvan deel zijn.’
Bindweefsel
Het Oranjefonds steunt initiatieven van burgers die proberen het sociale cement in de samenleving te bevorderen, waardoor buurten elkaar leren kennen, mensen samen naar het theater gaan, elkaar helpen en van elkaar (autochtoon en allochtoon) leren. Het bindweefsel is niet het geld, maar het initiatief van burgers. ‘Grote professionele organisaties worden vaak aangestuurd door protocollen of door een door de gemeenteraad opgelegde focus. Als het geld er dan niet meer is, valt de boel in elkaar.’
Burenhulp
Van bezuinigingen op overheidsbudgetten of veranderende politieke inzichten heeft het Oranjefonds als private organisatie geen hinder. ‘Wij zitten niet op één lijn met wat de overheid en politiek bestuurders willen. Ons werk wordt daardoor heel waardevrij. Wij blijven weg van het politieke domein. Elke Nederlander die zich inzet voor een ander, die normaal met zijn buren wil omgaan, die proberen wij te helpen. Het is wel iets van een lange adem, zeker als het gaat om kwesties van diversiteit, maar dat burgers niets zouden willen, spreek ik tegen.’
‘Ik ben ontzettend positief gestemd over de initiatieven van burgers. We worden overladen met leuke dingen en we hebben nooit gezeur. We hebben afgelopen jaar zevenduizend verzoeken om financiële steun moeten afwijzen, maar daarover wordt niet geklaagd. Ik wil ook niet te klagen hebben. Ik wil burgers die naar oplossingen zoeken om elkaar te leren kennen of wat voor elkaar te doen, helpen. Daar hebben wij onze handen vol aan. Dertig miljoen voor goede initiatieven is zo op.’
Voor meer achtergrondinformatie:
www.oranjefonds.nl
WRR (2012), Vertrouwen in burgers, Amsterdam University Press;
WRR (2012), Wonen, zorg en pensioenen, Hervormen en verbinden, Den Haag;
Wijdeven, T. van de (2012), Doe democratie, Over actief burgerschap in stadswijken, Eburon, Delft;
Dit is de 13e bijdrage in het debat van Public SPACE over de maatschappelijke organisaties, ondernemingen en instellingen in zorg, onderwijs, volkshuisvesting. In het eerste deel van de bijdragen lag de focus op de rol van de instituties, in het tweede deel ligt de focus op de rol van de burger en de betekenis van het werk van maatschappelijke organisatie voor de burger. Zie voor eerdere bijdragen: www.publicspace.nl