Maatschappelijk ondernemerschap
Denktank Jeugdsprong van start
Onder voorzitterschap van Steven de Waal
Eind 2020 zijn we gestart met de Denktank Jeugdsprong. Het is een initiatief van Maaike van der Aar, hoofdbestuurslid FNV en Thijs Jansen, oprichter Stichting Beroepseer. Mij vroegen ze als voorzitter van dit praktijk gerichte en dus zeer betrokken en divers gezelschap, vanwege het beoogde onafhankelijke en broodnodige ‘wilde denken’* over een nieuwe aanpak en inrichting van de Nederlandse jeugdzorg.
Uit een eerste inventarisatie blijkt natuurlijk dat er veel mis is in de huidige Jeugdzorg. Veel daarvan heb ik in mijn essays over Jeugdgezondheidszorg (2010) en over Decentralisatie Jeugdzorg (2011) helaas ook al zien aankomen. Het blijft altijd verwonderlijk hoe de rijksoverheid ‘grote operaties’, zoals dergelijke decentralisaties, absoluut niet aankan, niet goed vormgeeft en vooral niet goed managet naar alle partijen, belangen en met zicht behouden op de blijkbaar gewenste toekomst. Neemt niet weg dat we er nu mee zitten. Ook omdat ik absoluut niet meer geloof in de uitvoeringsregie of het procesmanagement van de overheid voor stelselachtige herstructureringen, heeft het dus ook geen zin om de aandacht te richten op een volledig nieuw, transparant en toekomstbestendig ‘design’ van zo’n nieuw ‘stelsel’. De enige route naar verbetering en aanpak van knelpunten, die overigens in de meeste literatuur over veranderingsmanagement ook wordt aangeraden, is die van stapsgewijze slimme zetten. Het mooie is die kan ook goed passen in de afhankelijkheid van politieke wil op alle niveaus van de overheid, die nu eenmaal wispelturig is. We gaan dus met de Denktank vooral nadenken over zinnige oplossingen, zinnige eerste stappen, zinnige aanpassingen. Ook al zoveel mogelijk kijkend naar de wel aanwezige innovatieve praktijken op alle niveaus en bij alle partijen.
We maken dus zeker geen papieren voorstel voor een nieuw stelsel, met veel aandacht voor het politiek-ideologisch draagvlak, dat vervolgens of in de la verdwijnt of waarin selectief geshopt wordt. In ieder geval zal het op zijn vroegst pas over ca. 4-6 jaar tot nieuwe wetgeving en bekostiging leiden en ook de implementatie daarvan na mogelijke politieke besluitvorming zal dus hoogstwaarschijnlijk slecht gemanaged worden. Die tijd en interesse heeft alleen het Haagsche ‘dorp’, niet de jongere zelf of de jeugdzorg professional die nu hulp moet bieden. Die willen vooral praktisch perspectief, dat snel verbeteringen in gang zet en vooral ook op korte termijn perspectief en hoop biedt. Uiteraard kan deze invalshoek zeker leiden tot een inventarisatie van gewenste aanpassingen van wetgeving of departementale regelgeving. Die inventarisatie zullen we ook ‘meenemen’, maar onze hoop dat dit snel en adequaat zal worden opgepakt, is – helaas – minimaal.
Vanuit de missie en filosofie van Public SPACE zijn daarbij met name van belang natuurlijk het bevorderen van een sterke inbreng en betrokkenheid van de civil society rond jongeren en gezinnen (wat helaas in het meeste voorzieningen- en aanboddenken volstrekt ontbreekt), het bevorderen van ruimte voor en prikkels tot maatschappelijk ondernemerschap van het jeugdzorg aanbod (wat we nu op sommige plekken al zien, maar dat kan versterkt worden) en het bevorderen van ‘burgerschap in de boardrooms‘, zowel in jeugdzorg organisaties als bij gemeenten (dus ook daar doorkrijgen dat je als gemeente en zorgaanbod actieve burgers, sociale verbanden en de private solidariteit tussen mensen onderling nodig hebt om jongeren echt uit de problemen te helpen. Tegelijk is dat het meest hoopgevende antwoord als jongeren tussen de raderen van het verkokerde voorzieningenstelsel terecht komen).
Inspirerend om aan de slag te gaan, volgens mij op het juiste moment en met het juiste gezelschap en met de juiste intenties!
* Een term van Claude Levi Strauss, die zeker passend is op hetgeen de Denktank beoogt te gaan doen, maar bij hem een andere connotatie had. Het sloeg op een opwaardering van mythologisch, naturalistisch en totemistisch denken. afgezet tegenover de te dominante Westerse illusie van rationaliteit en klassieke vooruitgang. In die betekenis is het nu natuurlijk sterk terug te zien bij de wereldwijde aanslag door het corona virus in onze (Westerse) stumperige, aarzelende, tumultueuze reacties daarop. Ik tel daarin dus, naast de officiele reacties van staatswege, ook de vele protesten en beterweters in deze stumperigheid zeker mee. Het virus toont hoe belangrijk natuur is en hoe weinig onze menselijke greep op het leven, de natuur en onze eigen toekomst voorstelt. Het is dus zeker een bedreiging voor ons gezapige, zelfgenoegzame rationele Westerse zelfbeeld, zoals Levi Strauss dat al voorzag. Ik heb die filosofische richting wel al verwerkt in het manifest van het Break Out Team waarvan ik de belangrijkste penvoerder was, als tegenwicht vanuit actief burgerschap tegen de overheidsillusie van een Outbreak Management Team.