Maatschappelijk leiderschap
Is de PvdA eigenlijk wel toe aan directe democratie?
Afgelopen zondag was de laatste grote activiteit in de lopende campagne rond het lijsttrekkerschap van de eerste kamer voor de PvdA: het najaarscongres van de Jonge Socialisten in Groningen. Grote, bomvolle zaal. Ook nog zeer actiebereid voor het protest deze maandag tegen de plannen rond de studiefinanciering en collegegelden. Dus een Feest van de Democratie, zoals ik de afgelopen weken veel gezien heb: volle gewest vergaderingen, regioconferenties, netwerkbijeenkomsten. De PvdA leeft aan de basis. Tijd ook om een balans op te maken van deze verkiezingen en die is niet alleen feestelijk.
Ik heb me eind augustus opgeworpen als kandidaat lijsttrekker omdat ik:
- voelde dat de PvdA nog niet klaar was voor de aankomende Slag om de Eerste Kamer
- het debat naar de PvdA toe wilde trekken
- meen dat directe verkiezingen van leiders van lijsten daarvoor een hele goede methode is.
Het is zeker gelukt het gevoel van urgentie rond de komende Eerste Kamer te vergroten, maar niet voldoende, denk ik. De mediabelangstelling voor dit debat en deze keuze was teleurstellend, dus het tweede doel is zeker niet gelukt. Ondanks de volle zalen, heb ik nu toch het gevoel dat de opkomst bij het stemmen gering zal zijn, zeg onder de 20%. Dit is natuurlijk erg weinig onder leden van een politieke partij en geeft in zichzelf ook aan dat het niet gelukt is de urgentie over te brengen. De enige peiling die ik daarvoor heb is deze opkomst (over alle kandidaten opgeteld, schat ik dat we ca. 5% van de leden (ca. 3000) direct hebben gesproken) en het feit dat zelfs van die groep nog steeds een derde aangeeft niet gestemd te hebben. Aan de kandidaten heeft het niet gelegen. Er zijn websites gebouwd. Er is getwitterd, gecanvassed, gedebatteerd, veelvuldig ge-emailed. Er waren zelfs klachten over het bombardement van mails. Ook de zalen zijn vrijwel onverdeeld enthousiast over deze vorm van democratie.
Wat verklaart de dreigende geringe opkomst en daarmee gebrek aan urgentie dan?
Ik zie drie verklaringen:
- In de organisatie van deze ledenraadpleging zijn op een cruciaal punt ernstige fouten gemaakt. Het telefonische stemkanaal is na een etmaal vol fouten geheel uit de lucht genomen. Daarmee bleven officieel alleen post en internet over. Maar rondom post was juist in deze periode veel verwarring door de poststaking. Veel mensen die per post wilden stemmen, hadden daardoor een week minder de tijd om hun stem te bepalen (en de kandidaten om hen te beïnvloeden), als ze door alle twijfel daar al toe over gingen. Daarmee is de internetgeneratie bevoordeeld en zijn ook veel stemmen verloren gegaan.
- Het partijbestuur kiest in dit soort campagnes klassiek voor de zeer neutrale rol. Er wordt alleen gefaciliteerd en dan nog zo objectief mogelijk. In dit geval werd daardoor de strategisch kernvraag tussen de kandidaten gelegd: “Komt er al dan niet een meer politieke, activistische Eerste Kamer en hoe gaan we daar als PvdA mee om?” Op dit punt lag er een groot verschil tussen de kandidaten. Iets om op te kiezen, zou je kunnen zeggen. Je kan leden echter niet kwalijk nemen dat ze zo’n keuze niet willen maken rond personen, maar liever in een goed voorbereide beleidsdiscussie. Nu ontbrak zo’n kader. Je zou zelfs kunnen zeggen dat het partijbestuur door die neutrale opstelling en dat ontbreken van een tijdige kadervisie stilzwijgend het kamp heeft gesteund dat meent dat er geen andere Eerste Kamer zal komen en er dus helemaal geen noodzaak is voor een activistische, programmatische opstelling van de EK fractie. Leden voelen dat aan.
- Die hardnekkige neutrale rol heeft er ook toe geleid dat de partij niet maximaal heeft geprofiteerd van de uitstraling en thema’s van deze verkiezingsstrijd. Sterker nog: in de loop van onze campagne zakte de PvdA verder in de peilingen. Weinig prominente PvdA boegbeelden hebben zich direct laten zien en horen op deze debatten. Er zijn geen openlijke vertegenwoordigers van de politieke top geweest. Alle kandidaten hebben de media benaderd maar kregen nul op het rekest, omdat de media de status onduidelijk vonden en niet te vroeg wilden kiezen in een interne partijstrijd. Het partijbureau heeft zijn mediacontacten niet ingezet om aandacht te vragen voor deze strijd. Dit terwijl ik gedurende de campagne voor mijn normale werk ook veel zalen heb toegesproken met vertegenwoordigers van andere politieke partijen. Dezen vonden deze strijd allemaal sympathiek en eigenlijk ook een positieve afwijking ten opzichte van het heersende imago van de PvdA. Een kans om dat recht te trekken, zo lijkt me. Niet alleen de verkiezingsstrijd als zodanig, maar ook de inhoud van de debatten leende zich heel goed voor meer media bereik, zoals alle vragen die we kregen over de koers en boodschap van de PvdA. Ook al ligt het antwoord daarop natuurlijk zeker niet bij ons, kandidaten, maar het debat daarover is natuurlijk wel relevant, temeer daar heel veel leden aangaven daar grote zorgen over te hebben.
Als het om mijn kandidatuur gaat, houd ik er dus een beetje een gevoel van spijt aan over: was ik niet te vroeg en heb ik daardoor voorkomen dat er een goed strategisch kader kwam? En wellicht, zelfs, heb ik daardoor voorkomen dat er nationale kopstukken zich kandideerden? Met dat laatste heb ik nog het minste moeite: als een PvdA bobo geen directe leden verkiezing aan wil of durft, hoort hij niet bij de moderne PvdA waar ik voor wil staan. Maar grote vraag is dus wel of de PvdA dit systeem echt aan kan. Laten we niet vergeten dat het toenmalige partijbestuur dit heeft geïntroduceerd als antwoord op de enorme nederlaag van 2002!
Laten we hopen dat er een grote opkomst is, zo niet: dan is dit de volgende discussie.