PublicatiesMaatschappelijk ondernemerschap
Utrecht kan zijn bescheidenheid laten varen
Interview met Steven de Waal voor Utrecht Development Board
Steven de Waal, UDB-lid van het eerste uur, verwacht een kanteling voor Utrecht. Van té bescheiden naar stevig van de toren blazen. De stad herbergt instellingen en bedrijven van top-kwaliteit, met betekenis ver over de stadsgrenzen. Internationaal en nationaal wordt daar tegenop gekeken. Maar die kwaliteit kleurt nog niet het imago van de hele stad.
“Utrecht is bescheiden. Zo van: we zijn de vierde stad van het land. Zelden hoor je: hier staat het grootste en drukste station. Of: Utrecht bezit de beste universiteit van Nederland”.
De Waal denkt dat daar verandering in komt. Hij begrijpt de stille houding. En glimlacht er ook om: “Het voordeel ervan is, dat je kunt wegduiken. Want als je arrogant bent, ja, dan kan je worden gepakt”.
Hoog gewaardeerde Hoogstraat
Hij licht de bescheidenheid toe aan de hand van het revalidatiecentrum De Hoogstraat aan de Stadhouderslaan, Utrecht-oost. “Een community van patiënten met een eigen dynamiek”, zo vat hij de wereld daar samen. “Een dorp op zich, waar de professionals hun wil niet opleggen, niet hospitaliseren”. Steven de Waal noemt het een voorbeeld van een Utrechtse instelling met landelijke betekenis.
Echt Utrechts, dank zij de kenmerken die De Waal opsomt. Zeer gekwalificeerd personeel, velen wonend in Utrecht. Allianties en samenwerking met top-instituten en het academisch ziekenhuis. Hoog gewaardeerd in de eigen vakwereld. Binnen de revalidatiewereld uniek gespecialiseerd.”
Met daarnaast “Utrechts” vanwege de band met de stad: “Betrokken bij de buurt. Midden in het stadsleven, zodat de patiënten snel de straat op kunnen, wennen aan hun oude leven. De Hoogstraat verhuisde van de bossen in Leusden naar hier. Niet voor niets.”
“Het voordeel van die stille houding is, dat je kunt wegduiken. Want als je arrogant bent, ja, dan kan je worden gepakt”.
Collectieven en coöperaties bloeien
Steven de Waal ziet de wens bij burgers groeien om hun eigen leefomgeving in de hand te hebben. Zeker in Utrecht: “De bescheiden, horizontale opstelling biedt als voordeel dat groepen bewoners gemakkelijker een belang in de stad nemen dan elders. Of het nu gaat om het zelf aanpakken van groenvoorzieningen, of om buurtverenigingen”.
Jammer dat de instituties minder hard meegroeien. Zij laten wel taken over aan burgers, maar dat gebeurt met het idee van bezuiniging. De Waal: “Fout, je start dan teveel vanuit louter liberale gronden. Mensen kunnen individueel meer zelf. En zichzelf redden. Het gaat juist om het collectief van burgers”.
Terwijl de wens om collectieven en coöperaties te vormen groot is. De energiecollectieven schieten uit de grond, burgers willen een rotonde of een plantsoen onderhouden: maar telkens blijken grote instituten dergelijke initiatieven te blokkeren. (“De Eneco’s van deze wereld houden de zelfvoorzienende energiesector tegen”).
Tweedeling in het dagelijks leven
Bij alle voorspoed in de stad kijkt Steven de Waal zorgelijk naar de tweedeling die hij in zijn dagelijks leven telkens aantreft. “Wanneer ik op pad ben als voorzitter Stichting Continuïteit FC Utrecht of in diezelfde functie bij Theater Utrecht kom ik totaal verschillende publieken en mensen tegen. Die elkaar niet kennen. Het zit vast in te afgezonderde communities. Hoe kan het dat zoveel hbo- en universitaire studenten uit Utrecht kiezen voor de VU, UvA, HvA, allemaal in Amsterdam, die veelkleurig zijn? ROC Midden Nederland weet wel de breedte van de Utrechtse jeugd te trekken, maar ook die ontdekt het wat naar binnen gekeerde en ouderwetse imago van de stad Utrecht. Ik geloof dat het teruggaat tot de heel oude Utrechtse geschiedenis, waarin de immuniteiten een grote rol speelden: ieder bleef in zijn eigen geloofshoekje. Dat is zo gebleven, Utrecht is verkokerd. Er is geen doorbraak geweest.”
“De bescheiden, horizontale opstelling biedt als voordeel dat groepen bewoners gemakkelijker een belang in de stad nemen dan elders”
Informele investeerders opzoeken
Voor de UDB ligt er een taak, in 2016, om verbindingen te leggen zodat deze tweedeling in de stad kleiner wordt. De Waal heeft nog een UDB-taak op het oog: de doorgroei bevorderen van recent gestarte bedrijven. Met name de in Utrecht erg populaire sociale ondernemingen roepen om assistentie. “Naar mijn mening zijn in deze fase van hun bedrijfsvoering de banken belangrijk. Maar die geven niet thuis, durven in deze tijd weinig risico te lopen. Iedereen zegt dat de financiële functie van Utrecht zwak is. Voor kapitaal ga je naar Amsterdam, Utrecht is terughoudend. Dat is het verhaal. Maar Utrecht is bij uitstek een filantropische stad!”
De Waal ziet verschillende routes: “De UDB moet de informele investeerders erbij halen. En ook de filantropen en hun stichtingen, die vaak op bergen geld zitten en er alleen de rente van uitgeven. Utrecht herbergt veel filantropische fondsen. En ook moeten we de fintech stimuleren, ik bedoel: fenomenen als bitcoin en paypal, en technologische nieuwkomers omarmen. Wie weet loopt Utrecht hierin al voorop. Maar het vergeet wellicht, reclame te maken voor zichzelf.”
Dit interview door Agnes Koerts met Steven de Waal verscheen oorspronkelijk op de website van Utrecht Development Board, maart 2016.