Maatschappelijk ondernemerschap

Zijn de Nederlandse ziekenhuizen klaar voor liberalisering?

Bevindingen van onderzoek onder de top van Nederlandse ziekenhuizen

Rapport (2005) van Public SPACE Foundation in opdracht van Boer&Croon Strategy and Management Group. De belangrijkste vraagstelling van dit onderzoek, verricht onder de top van de Nederlandse ziekenhuizen, was: Is men klaar voor de komende liberalisering? Enkele belangrijke bevindingen.
De belangrijkste bevindingen van het rapport ‘Zijn de Nederlandse ziekenhuizen klaar voor liberalisering?’ luiden samengevat als volgt.

  1. Liberalisering en marktwerking doen in de zorgsector gestaag hun intrede en de Nederlandse ziekenhuizen bereiden zich daarop voortvarend voor. Dit blijkt uit aanpassingen in het middenmanagement, meer aandacht voor leiderschap en ondernemerschap bij opvolging in het bestuur, investeringen in ICT en de ontwikkeling van strategische plannen.
  2. Niettemin zijn er zwakke plekken. Op dit moment heeft men moeite om
    – bedrijfsmatig greep te krijgen op financiën en prestaties;
    – tijdig en voluit extern gerichte initiatieven te nemen (strategie in combinatie met slagvaardigheid);
    – organisatiestructuren voor ondernemende professionals in te richten.
  3. De top van de ziekenhuizen zit overduidelijk in een overgangsfase. Dit uit zich in een zekere verwarring over het meest geschikte leiderschapsprofiel voor de komende jaren. Op dit moment omarmen velen in de sector het concept van de leider als facilitator: dienstverlenend voor de totale organisatie, aanjagend waar mogelijk en bemiddelend waar nodig, streng over normen en waarden naast sturen op cijfers en prestaties.
  4. Bij dit tempo zijn de ziekenhuizen binnen enkele jaren gereed voor verdergaande stappen, sneller dan de nu voorgenomen planning van de liberalisering door de overheid. Het veranderingstempo binnen de ziekenhuizen wordt door een aantal factoren daarbij ook nog lager gehouden dan zou kunnen. De ziekenhuissector gereed maken, verloopt daarmee enigszins als een proces van gas geven met de handrem aan.
  5. Er bestaat een onduidelijke en weinig op ondernemerschap gerichte relatie tussen ziekenhuis en medisch specialisten. Over elk nieuw initiatief wordt veelvuldig en gedetailleerd onderhandeld met de betrokken medisch specialisten, maar door de sterk uniformerende cultuur vaak ook met de gehele medische staf.
  6. Een andere vertragende factor is dat de Raden van Toezicht zich nog onvoldoende lijken te realiseren dat aandacht voor discontinuïteit net zo belangrijk geworden is als aandacht voor continuïteit van organisatie en publieke prestaties. Ook hebben de Raden van Toezicht nog onvoldoende oog voor de noodzakelijke veranderingen van hun eigen positie en gedrag als gevolg van de liberalisering.
  7. De markt en de omgeving van het ziekenhuis zijn nog niet zo ingericht dat innovatief en slagvaardig gedrag beloond en afwachtend gedrag voldoende bestraft worden. Integendeel, de patiënt weet nog onvoldoende wat hem te wachten staat en ‘stemt’ nog te weinig ‘met de voeten’. De zorgverzekeraar neemt nog een afwachtende houding in als het gaat om drastisch schuiven met ‘productievolumes’. De nog beperkte liberalisering van 10% van het ziekenhuisbudget richt zich op een segment van de markt dat weinig ruimte voor enorme groei kent (verdringingsmarkt).

Download het volledige rapport ‘Zijn de Nederlandse ziekenhuizen klaar voor liberalisering?
Gerelateerd:

Related Articles

Back to top button