Maatschappelijk ondernemerschap

Wat vermogen woningcorporaties?

Woningcorporaties zijn in Nederlandse verhoudingen unieke maatschappelijke ondernemingen: ze hebben (veel) vermogen ‘van zichzelf’. In andere sectoren, zoals onderwijs, zorg, omroep, zijn dergelijke ondernemingen relatief veel armer. Deze zijn ook nog maar net begonnen aan een proces van meer reserveren, als antwoord op grotere concurrentie en minder overheidsgaranties. Basis van deze rijkdom van woningcorporaties is de waardestijging van hun vastgoed, mede omdat er te weinig gebouwd is de afgelopen jaren. Dit is dus formeel gesproken privaat kapitaal. Maar of je er nu privaat of publiek naar kijkt: dat kapitaal moet aangewend worden voor volkshuisvesting in de breedste zin van het woord.

Privaat, omdat nog steeds de meerderheid van de woningcorporaties een missie heeft die zich daarop richt, vastgelegd in statuten en beleidsplannen. Het is vreemd om een beetje te gaan lopen ‘potten’ terwijl er op dat vlak zoveel te doen is. Publiek: omdat in de omgeving van het huizenbezit van deze maatschappelijke ondernemingen er veel loos is in termen van leefbaarheid, verloedering, veiligheid, armoede en kwaliteit van wonen. De noodzakelijke financiele middelen hiervoor zitten niet bij de overheid, maar bij de woningcorporaties. Tevens zou ik wel willen beweren dat dit een betere plek in termen van aanwending en doelkeuze is, mits de betrokken woningcorporaties niet-vrijblijvend en maatschappelijk betrokken opereren. Hierover ging het het afgelopen half jaar: Doen ze genoeg? Moet de overheid dit niet overnemen? Moet de ‘vermogensoverwaarde’ niet in handen van de overheid komen? De einduitkomst lezen we in het nieuwe regeerakkoord: de woningcorporaties moeten zwaar aan de bak, samen met de (gemeentelijke) overheid, anders…..Het visitatie-instrument dat Public SPACE nu via de Auditraad en met ondersteuning van SEV landelijk ontwikkelt, zal deze extra maatschappelijke investeringen in kaart brengen, richten en transparantie bieden aan alle stakeholders. Het nieuwe publiek-private samenspel kan op de wagen. De sector is er – net op tijd – klaar voor.

Related Articles

Back to top button