Maatschappelijk leiderschap
Grenzen aan de intelligentie van de Nederlandse zwerm?
Eerder definieerde ik, in dit weblog (16 september 2009) de typische leiderschapsstijl van Nederland als zwermleiderschap (geïnspireerd op het boek van Van Ginneken), zoals we dit zien bij vogels en vissen. Kenmerken van dit leiderschap zoals ik het nu waarneem: Iedere leider let veel meer op de relevante peergroup dan op de toekomst of op externe kansen en bedreigingen en volgt ook zeer alert diens beweging, de leider ziet er hetzelfde uit als de volgers en probeert zich ook zo te gedragen, er vinden alleen bruuske bewegingen plaats bij sterke externe bedreigingen, ieder veegt zijn straatje schoon en is sterk verkokerd bezig.
Ik vond deze ‘ontdekking’ of beter ‘herdefiniëring’ van zwermleiderschap een ware opluchting. Weg van het machteloos makende verlangen naar krachtig leiderschap, heldere besluiten, koersbepaling door de bestuurlijke elite. Die leiderschaps filosofie zat eigenlijk ook nog teveel in ons manifest van 2007, met bijvoorbeeld de oproep tot allure, grote projecten, ingrijpende plannen. Tekenend is hoe die zwerm van slag raakt door een enkele opvallende vis die andere vissen wil uitsluiten (Wilders) en dus tegen het fundament van een zwerm ingaat, even tekenend is de zoektocht naar leiderschap dat expliciet ‘de boel bij elkaar wil houden’.
Complexity Theory
Het eerder genoemde boek van Mitchell over de Complexity Theory biedt hiervoor nu verder inzicht. Zij legt het onderscheid uit tussen de huidige, klassieke computers versus wat ze noemt cellular automata. Het eerste type kent een intelligent centrum, de Central Processing Unit, die, van buiten, door de mens, wordt gevoed met voorschriften en codes/rules die de computer dan ‘leest’ en ‘volgt’. Het tweede type lijkt veel meer op de zwerm: kleine eenvoudige eenheden vertonen complex en intelligent met elkaar verbonden zoekgedrag om samen de omgeving te exploreren, te benutten en gevaar te weren, er is geen centrale intelligentie en dus ook geen aangrijpingspunt voor een van buiten komende intelligentie. Niemand weet het beter of overziet de big picture. Voorbeelden uit de natuur zijn de mierenkolonie en ons immuunsysteem, maar dus ook de zwerm. Dergelijke ‘cellular automata’ kunnen zo lijkt het slechts bepaalde beslissingen en strategische keuzen aan, al begrijpen we een deel van hun intelligentie nog niet helemaal. Ze genereren met name in een soort intern concurrentie- en combinatieproces voortdurend de beste strategie, hetgeen tot verrassende, niet voorziene uitkomsten kan leiden, die soms zelfs intelligenter zijn dan wat een centrale intelligentie vooraf had kunnen bedenken!
Er is meer nodig dan krioelende eenlingen
Maar mijn goede bui is nu toch weer over: ik denk allemaal maar dat de moderne, internationale orde ander leiderschap en besluitvorming in deze delta nodig maakt dan die van een groep krioelende en zoekende eenlingen die vooral op elkaar letten. Ik leg deze vraag nu al een tijdje voor in mijn lezingen, kijken of de zwerm hierop een intelligent antwoord heeft.