Disruptief burgerschapMaatschappelijk ondernemerschap

Burgers willen overheid als verzekeringspolis

Verschuiving van verzorgingsstaat naar waarborgstaat

Het is 1 december 2012. Burgers vinden het prima om meer eigen verantwoordelijkheid te krijgen, maar zijn bang voor een afzijdige overheid. Dat is de boodschap uit het SCP-rapport ‘Een beroep op de burger’. Maar opgepast: de overheid moet tegelijkertijd meer overlaten aan burgers. Geef burgers alle ruimte, is de boodschap van de Raad voor het Openbaar Bestuur (de ROB) in zijn rapport ‘Loslaten in vertrouwen.’ Beide rapporten zijn in november 2012 gepresenteerd.

De burger wil best ruimte om dingen zelf te doen, maar met mate. Uit het rapport ‘Een beroep op de burger’ van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat de burger wil dat de overheid regie houdt en verwacht dat de overheid de boel in de gaten houdt, door zich te blijven ontfermen over het functioneren van het systeem.

“Met name burgers zijn aanjagers van sociale betrokkenheid”

Actieve medeburgers

‘Burgers willen actieve medeburgers, maar ze willen ook een efficiëntere overheid die met minder bureaucratie opkomt voor de sociaal zwakkeren en conflicten oplost’, vertelt Vic Veldheer, hoofdauteur van het SCP-rapport, ‘Een beroep op de burger’, tijdens een debat in Den Haag waar het rapport aan premier Rutte werd overhandigd.
De oproep aan de overheid uit het ROB-rapport ‘Loslaten in vertrouwen’ is dat de overheid voortaan alleen iets reguleert als dat echt nodig is.

De overheid moet juist bevoegdheden en verantwoordelijkheden overdragen. ‘De overheid heeft een begeleidende en stimulerende rol die het initiatief van burgers aanwakkert in plaats van dooft’, aldus schetst de ROB de rol van de overheid (politici en bestuurders). Het geeft ruimte aan een vitale samenleving waar burgers de aanjagers zijn van sociale betrokkenheid, en dus niet de overheid – zoals blijkt uit talloze succesvolle initiatieven.

Eigen verantwoordelijkheid

Sleutelbegrip in de discussie over meer ruimte voor burgers en minder overheid is ‘Eigen Verantwoordelijkheid’. Dit begrip is inmiddels een mantra geworden bij alle politieke partijen. Het begrip wordt gebruikt om de burger te activeren en duidelijk te maken dat er grenzen zijn aan wat de overheid, die moet bezuinigingen om het hoofd boven water te houden, nog kan doen.

Maar Eigen Verantwoordelijkheid is volgens de Amsterdamse hoogleraar actief burgerschap, Evelien Tonkens, vooral ‘een feel good’ begrip. Volgens Paul Schnabel, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, betekent ‘in veel gevallen meer eigen verantwoordelijkheid dat de overheid de burger de plicht oplegt te handelen zoals de overheid vindt dat dit het beste zou zijn.’ Impliciet maakt de overheid de burger daarmee tot de uitvoerder van overheidsbeleid, concludeert Schnabel.

Fopspeen

Tonkens noemde tijdens het debat in Den Haag het begrip ‘Eigen Verantwoordelijkheid’ daarom een fopspeen. ‘Eigen Verantwoordelijkheid geeft burgers het gevoel dat ze meer zelf kunnen oplossen, maar vrijheid voor burgers is een misleidend argument voor het begrip Eigen Verantwoordelijkheid. Eigen Verantwoordelijkheid is niet minder betuttelend, maar anders betuttelend.’

Volgens Tonkens is Eigen Verantwoordelijkheid een perfect spiegelbeeld van het begrip zelfontplooiing dat in de jaren ’70 als burgerschapsideaal werd gehanteerd. Zelfontplooiing was gericht op minder straf en minder schuld, Eigen Verantwoordelijkheid is gericht op meer straf en meer schuld. Want de boodschap achter het begrip Eigen Verantwoordelijkheid is volgens Tonkens dat de overheid ‘een einde maakt aan de hulp’. ‘Als je als burger niet doet wat wij gezegd hebben, helpen we je niet meer’.

Zeggenschap

Ter illustratie vergelijkt Tonkens Nederland met Engeland. Zij heeft beleidsnota’s in beide landen vergeleken op de wijze waarop eigen verantwoordelijkheid en eigen kracht van burgers wordt ingevuld. ‘In Engeland wordt de overheid plichten gegeven en krijgen de burgers zeggenschap. Bij ons doet de overheid negatief over burgers. Aan burgers worden plichten gegeven. De houding is: aan ons, de overheid ligt het niet; jullie, burgers, moeten je beter gedragen. Eigen Verantwoordelijkheid betekent dus meer plichten voor burgers en niet meer rechten. Bovendien worden mensen met Eigen Verantwoordelijkheid niet op collectieve verantwoordelijkheid gezet. Eigen Verantwoordelijkheid is dus geen motiverend begrip’, aldus Tonkens.

‘Een van de lijnen van Eigen Verantwoordelijkheid is het afbouwen van collectieve verantwoordelijkheden’, erkende op hetzelfde debat, de Amsterdamse hoogleraar beleids- en bestuurswetenschap, Willem Trommel. ‘Of in ieder geval het vervangen door een andere collectieve verantwoordelijkheid, namelijk om beleidsprogramma’s te ontwikkelen die de individuele verantwoordelijkheid activeren.’

“De tijden van de verzorgingsstaat zijn echt voorbij”

Hulptroepen

Het begrip Eigen Verantwoordelijkheid om meer ruimte te geven voor burgers is met deze kritiek niet van tafel. Integendeel, alle politieke partijen gebruiken Eigen Verantwoordelijkheid als frame, constateert Trommel, om duidelijk te maken dat de overheid niet meer alles oplost. ‘Het gulzige bestuur zoekt hulptroepen.’

De boodschap is dan ook dat de tijden van de verzorgingsstaat echt voorbij zijn. ‘De verzorgingsstaat ging over pech, noodlot. In toenemende mate is de boodschap: u  kunt er wel wat aan doen: door bijscholing jezelf beschikbaar houden en maken voor de arbeidsmarkt, door op de hometrainer plaats te nemen je zelf fit te houden. Wij moeten als burger preventief naar ons leven kijken, zo niet dan worden we gestraft. Bijvoorbeeld als u toch rookt, moet u een hogere premie betalen. Premier Rutte is onze HRM-manager die er voor zorgt dat wij investeren in ons zelf en verantwoordelijkheid nemen voor de toekomst van de BV Nederland’, aldus de analyse van Trommel.

Geluksbrenger

Voor premier Rutte, als dé vertegenwoordiger van dé overheid, komen beide rapporten goed van pas. De liberale premier grijpt de boodschap van de twee rapporten aan om te onderstrepen dat ‘er steeds minder middelen zijn en dat dus de overheid niet langer de geluksbrenger kan zijn.’

Uit het SCP-rapport dat vooral schetst welke ontwikkeling zich in de afgelopen twintig jaar heeft voltrokken, blijkt niet of dat tot meer overheid, minder markt of meer burger moet leiden; hooguit dus dat de burger de overheid als verzekeringspolis wenst te behouden vooral voor kwetsbare situaties. Zorgen zijn er, zo bleek uit het debat bij de presentatie van ‘Een beroep op de burger’, of alle burgers wel in dezelfde mate in staat zijn om invulling te geven aan hun eigen verantwoordelijkheid. Drukke burgers hebben niet altijd de tijd en de mogelijkheden om hun eigen rol op alle terreinen (scholen, kinderopvang) te pakken en alles zelf op te lossen. Voor zowel Trommel als Tonkens is evident dat door verschil in opleiding en afkomst de sociale ongelijkheid zal toenemen.

Huurders, patiënten en leerlingen

Terwijl het SCP-rapport inzoomt op de relatie overheid-burger spreekt het Rob-rapport juist ook de organisaties in het maatschappelijk middenveld aan. Woningcorporaties, zorg- en onderwijsinstellingen moeten weer het besef krijgen dat huurders, patiënten en leerlingen en hun ouders hun echte eigenaren zijn. Het roer moet om. Zij moeten zich opnieuw maatschappelijk verankeren.
Maatschappelijk middenveld, politiek en bestuur moeten de samenleving herontdekken, stelt de Rob. ‘Het gaat niet om andere burgers, er is een andere overheid nodig. (..) Politici en bestuurders die om nieuwe burgers vragen, beseffen niet dat de Nederlandse samenleving bestaat uit gedroomde burgers: mensen die actief willen zijn voor buurt, wijk of vereniging’, zo staat het in “Loslaten in Vertrouwen.”

Maatschappelijke verbindingen

Volgens Trommel moet helder zijn dat de burger het niet alleen kan. ‘Niemand kan voor zichzelf zorgen, maar kan er wel voor zorgen dat anderen voor hem zorgen.’ Het betekent niet dat de overheid dan alles maar moet oplossen. ‘We moeten juist nadenken over andere manieren van het organiseren van maatschappelijke verantwoordelijkheden. Het gaat om het smeden van nieuwe verbindingen tussen systeem- en leefwereld in een globaliserende context.’

“Pleidooi voor verschuiving van verzorgingsstaat naar waarborgstaat”

Voor de Raad voor het Openbaar Bestuur is de richting naar een ‘networked community governance’. De Raad bepleit daarom een verschuiving van verzorgingsstaat naar waarborgstaat. Overheid, markt en samenleving zijn daarbij alle drie even hard nodig. Het belangrijkste is dat het mobiliserende en organiserende vermogen van burgers en maatschappelijke organisaties verder wordt vergroot.

Bestuurders, politici en ambtenaren

  1. Hameren op méér verantwoordelijkheid en méér burgerschap is volgens de Rob niet aan de orde. Want daaruit blijkt slechts een gebrek aan vertrouwen in burgers. Het gaat om een andere houding van bestuurders, politici en ambtenaren. In zijn rapport geeft de Rob een vijftal voorbeelden van een andere rolvervulling door bestuurders, politici en ambtenaren.
  2. Indien nodig worden de plannen van burgers aangescherpt of een duwtje in de juiste richting gegeven; vermeden wordt dat de professional het initiatief overneemt.
    De professional zet zich ervoor in dat de potentie, kwaliteit en competentie van bewoners zo veel mogelijk tot hun recht komt.
  3. Er wordt voor gezorgd dat initiatiefnemers verbonden worden met formele instanties die het betreffende initiatief een stap verder kunnen helpen.
  4. Politici geven ruimte aan particulier initiatief en gaan zich onder invloed van media-aandacht bij elke misstand niet meer te buiten aan Kamervragen of het kritisch bevragen van de wethouder.
  5. De gemeente spreekt niet meer over participatie, want dat woord drukt te veel uit dat de overheid of maatschappelijke organisatie iets wil. De overheid wacht af tot de burger om steun vraagt.
    Het toepassen van deze punten kan volgens de Rob duidelijk maken dat de nieuwe overheid de samenleving centraal stelt, en niet denkt vanuit (het belang van) de staat. Deze nieuwe overheid die zich afhankelijk maakt van kennis en ervaring die in de samenleving aanwezig is – daarbij ook nog eens gebruik makend van de mobiliserende kracht van sociale media – is bereid bevoegdheden en verantwoordelijkheden over te dragen. ‘Gebeurt dat niet, dan blijft het oude discours gelden waarbij de overheid uitmaakt wie waarover mag meedenken en meebeslissen’, waarschuwt de Raad voor het Openbaar Bestuur.

Dit is de 10e bijdrage in het debat van Public Space over de maatschappelijke organisaties, ondernemingen en instellingen in zorg, onderwijs, volkshuisvesting. In het eerste deel van de bijdragen lag de focus op de rol van de instituties, in het tweede deel ligt de focus op de rol van de burger.

Related Articles

Back to top button