Maatschappelijk leiderschapMaatschappelijk ondernemerschap
Macht en Sport, Terpstra en Kramer
KNSB bestuursconflict uiterst leerzaam voor publieke leiders
KNSB onder vuur
De strijd om het leiderschap van de Koninklijke Nederlandsche Schaatsenrijdersbond was afgelopen week (eind augustus 2013) voorpagina nieuws. Doekle Terpstra, bekend publiek manager o.a. van de HBO Raad en nu INholland, stapte op als voorzitter van de KNSB. Dat gebeurde in een wervelwind van gebeurtenissen die wel vaker voorkomt in een openlijk uitgevochten machtsstrijd.
Op 28 augustus werd nog door de Ledenraad het vertrouwen in Terpstra als voorzitter uitgesproken, op 29 augustus lanceerde Sven Kramer in De Telegraaf zijn openlijke kritiek (‘incompetent’).
Daarop reageerde Terpstra eerst nog verontwaardigd (‘ongepast’, ‘excuses’) en een dag later, op 30 augustus, trad hij af via een open brief (‘eerbied voor iconen van de sport’).
“Een groot publiek stelt hoge eisen aan het maatschappelijk leiderschap”
Het geheel biedt een uitstekende casus voor iedereen die betrokken is bij publiek leiderschap vanuit een private setting. De positie van voorzitter van de KNSB is formeel weliswaar een private aangelegenheid binnen de reglementen van een grote vereniging, maar het publieke belang en de publieke belangstelling zijn heel groot. De schaatssport zelf is groot in Nederland, zowel in aantal professionele beoefenaren als amateurs. Nederland ontleent nationale trots aan de prestaties op internationale wedstrijden.
De schaatswedstrijden zelf kennen veel aanhang en supporters, zoals de Oranjefamilie, altijd een goede graadmeter van de volkswil. De beslissing over het al dan niet doorgaan van de Elfstedentocht (waar de KNSB overigens niet over gaat) toont het belang van de schaatssport. Het lijkt in de wintermaanden de belangrijkste publieke beslissing door een private organisatie in Nederland en drukt gemakkelijk regulier politiek nieuws uit ‘Den Haag’ weg.
Over macht, media en momentum
Voor bestuurders zijn een drietal lessen uit deze casus langs de volgende lijnen te trekken.
Invloed van media op sluimerende issues
Meerdere issues en besluiten speelden een rol in de aanloop. Vooral de topsporters voelden zich daarbij slecht bediend. Ze konden echter publiekelijk toeslaan, omdat de locatie van het nieuwe ijsstadion (Almere of Heerenveen) tot veel discussie leidde, evenals de stijl en bestuurlijke consistentie van de voorzitter. Op zo’n moment gaan media actief op zoek naar meer ‘oud zeer’ of ‘ontevredenheid’. Daarmee dragen ze actief verder bij aan diezelfde ondermijning van het publiek gezag en ontstaat een sneeuwbal effect. Iedereen met een verwijt of argwaan naar het zittend bestuur krijgt dan ineens een megafoon onder de neus om dit te uiten. En velen maken daar graag gebruik van.
Onderschat niet de macht van beroemdheid, charisma & aanhang
Veel bestuurders overschatten formele positie en onderschatten informeel gezag. Dat is ook het verschil tussen bestuur en leiderschap. Een sporticoon als Sven Kramer heeft uitsluitend fans, behalve als hij slecht gaat presteren. Dat is echter zeker niet het geval. Een professioneel bestuurder als Terpstra kan alleen bij voldoende, duurzaam en charismatisch leiderschap beschikken over een spontane aanhang, anders is er slechts een kring van vertrouwelingen en hofhouding. Noch intern, noch extern bleek zo’n spontane ‘fanclub’ aanwezig.
Momentum: opeenstapeling van issues uit het verleden
Uit de berichten blijkt dat Terpstra een eigenaardige start gemaakt heeft. In 2009 heeft hij voordat hij formeel benoemd was, zich al gebogen over een voorliggend adviesrapport Schenk. De Commissie Schenk was een adviescommissie die in september 2008 door de Nederlandse schaatsbond KNSB is ingesteld, onder leiding van oud-langebaanschaatser Ard Schenk, om hervormingen in de topsportstructuur van het schaatsen te presenteren. Dit rapport was gezaghebbend, voortgekomen uit eerdere conflicten met de topsport, en bindend.
Toch heeft Doekle Terpstra dit rapport aangepast, volgens eigen zeggen na een brede gespreksronde in de vereniging. Bij zijn benoeming is meteen dit gewijzigde rapport vastgesteld door de Ledenraad. Dit suggereert een paar zaken. Dat er veel weerstand was tegen het rapport Schenk, vermoedelijk uit de hoek van de gewesten en ‘amateurs’ . Dat betekent dat de commissie Schenk zijn werk qua integraal draagvlak niet goed gedaan heeft, terwijl ook de commissie zegt met heel veel partijen gesproken te hebben.
Onvermijdelijk conflict of bestuurlijk falen?
De ‘amateur’ weerstand is blijven doorzieken. Hierbij speelt macht een rol. De oude structuur geeft veel macht aan de gewesten. Het rapport Schenk wilde een structuur met een fundamentele scheiding van breedte- en topsport, tot in de directie- en zelfs bestuursstructuur. Het Bondsbestuur daarboven zou alleen middelen alloceren. Overigens: het rapport zelf is nog altijd niet te vinden op de site van de KNSB, er circuleren echter wel samenvattingen op internet.
“Sport icoon slaat toe in bestuursconflict met steun van de media”
Maar diezelfde oude structuur moest op dat moment wel de nieuwe voorzitter benoemen. Dit zou kunnen verklaren waarom Terpstra al vóór zijn formele benoeming meende te moeten sleutelen aan het rapport. Daar kan in meegespeeld hebben dat hij ook zelf een voorzitterschap van een uitgekleed bestuur niet wenste. Dit alles is onderdeel van de typische cultuur en structuur van een vereniging, een boeiend en wankel platform voor iedere voorzitter.
Opnieuw heeft een sporticoon met steun van media toegeslagen in een bestuursconflict. We zagen dat eerder bij Cruijff en Ajax. Er zijn zeker parallellen, maar ook grote verschillen, iedere case is ook weer uniek. Hiervan leren gaat langs twee grote lijnen. Bestuur technisch: Was dit conflict en deze uitkomst onvermijdelijk of ligt er bestuurlijk falen aan ten grondslag? We kunnen dan denken aan Terpstra, maar zeker ook aan de sectie Topsport.
Public Value: Is dit de beste uitkomst in termen van het maatschappelijk belang van een goed functionerende schaatssport en KNSB?