Disruptief burgerschapMaatschappelijk leiderschap
Public SPACE analyseert verkiezingsprogramma's: opvallende stilte over burgerschap, middenveld en toekomst publieke diensten
Gisteren hadden we bij mij aan huis een geanimeerd gesprek over de landelijke verkiezingsprogramma’s, zoals die nu voorliggen. We hadden ook last van de vulkaanas, waardoor 2 deelnemers op het laatste moment niet konden komen. Een belangrijke conclusie is dat het thema van Public SPACE (hoe geven we de burger een coproducerende, participerende rol en hoe gaan we om met het bevorderen van publiek private samenwerking, zowel bedrijfsleven als nonprofit) er bekaaid vanaf komt, ondanks de titels die anders doen vermoeden (bijv.’Iedereen telt mee’, ‘Slagvaardig en samen’). De herordeningen van de overheid die worden genoemd betreffen vooral de bestuurslagen, de hoeveelheid ambtenaren en het aantal departementen. Ook de boodschappen rond de herordening van het institutionele middenveld (onderwijs, zorg, publieke omroep en woningcorporaties) gaan niet zozeer over de burger die meer betrokken moet worden, maar over sturing, taakuitoefening, governance.
Inzoomend op de diverse programma’s, valt nog meer te zeggen:
- De paragraaf over zorg bij Groen Links is zeker een uitzondering, onder de terechte kop: ‘Regie over Zorg’: veel over de regie in handen van de patiĆ«nten zelf, pleidooi voor persoonsgebonden budget en dicht op de mensen organiseren. Groen Links heeft ook een aparte paragraaf over samenleven, hetgeen natuurlijk nog veel meer bij de Public SPACE thematiek komt, maar de titel ‘vrijzinnig samenleven’ zegt het al: het is een libertaire opvatting van samenleven waarbij vooral de vrijheid van burgers, het terugdringen van de albedillende overheid en de vrijzinnige tolerante cultuur worden neergezet, niet zozeer de co-producerende rol van samenwerkende burgers of een visie op de opkomende civil society.
- Het CDA start het programma met een beroep op beginselen en een maatschappijvisie die zeker aansluit: veel over rentmeesterschap, letterlijk: minder overheid meer samenleving, maar in de concrete paragrafen over de diverse sectoren en terreinen komt dit nauwelijks terug. Het meest nog doordat het programma opent met een pleidooi voor familie en gezin als hoeksteen of bouwsteen van die samenleving: vanuit die opbouw komen ook meer concrete zaken aan de orde als fiscale maatregelen, jeugdzorg, jongeren campussen, en vandaaruit worden ook de onderwerpen integratie en veiligheid getackled. In die opbouw is dus heel consistent te zien dat het CDA nog steeds de civil society centraal wil stellen en vandaaruit redeneert.
- Verderop ogen de paragrafen over publiek omroep, onderwijs, zorg en corporaties toch vooral technisch en behoorlijk sturend en ordenend vanuit de overheid, het lijkt alsof het CDA de ambitie verlaten heeft het huidige middenveld om te bouwen naar meer civil society, terwijl dat volgens mij een van de grote politieke ‘arena’s’ voor Nederland is. Opvallend is de oproep de WMO verder te benutten en om vrijwilligerswerk te stimuleren. In de korte paragraaf over de woningcorporaties is te zien hoezeer men het in het gevallen kabinet oneens was: het zijn geen potten met geld waarin naar believen kan worden gegraaid en de Vogelaarheffing verdwijnt.
- De PvdA wijdt een stevige paragraaf aan het formele burgerschap en de rechtsstaat, als iets dat bewaakt en gekoesterd moet worden en aan de verzorgingsstaat als een fenomeen dat uiteindelijk berust op de eigen ervaren solidariteit van burgers zelf. In die zin gaat de PvdA wel de discussie aan over draagvlak en burgerschap in relatie tot de staat.
- De herordening van de overheid wordt ook voortdurend gekoppeld aan de inbreng van de burger. In de paragrafen over het institutionele middenveld overheerst toch het idee van sturing en stelsels, al worden er wel oproepen tot kleinschaligheid gedaan (oa onderwijs en woningcorporaties). Ook hier is de zorg paragraaf al veel meer ‘onze’ kant op: burgers moeten meer invloed krijgen, er wordt gepleit voor corporatief bestuur en voor dichtbij organiseren van de zorg. Het samenleven van de PvdA vindt plaats in ‘wijken en buurten’: vandaaruit wordt gesproken over sport, vrijwilligerswerk, veiligheid en integratie: op dezelfde wijze als het CDA dus, maar startend ‘in de wijk’. De verenging van het begrip burger tot wijkbewoner is niet juist en politiek ook wat betuttelend (tegenover deze burger staat dan automatisch de regerende elite en de kosmopoliet), maar wordt in het programma wel zeer serieus en concreet uitgewerkt.
- De opening van het programma van D66 is geheel in stijl: we leggen verantwoordelijkheid terug bij mensen, de macht bij de mensen. Maar de organisatie en ordenings effecten hiervan worden vrijwel niet beschreven, wel allerlei beleidsmaatregelen. Ook hier, net als bij de PvdA , zie je dat wel geschetst wordt hoe deze visie grote gevolgen moet hebben voor hoe de overheid werkt: de participatieve, responsieve staat. Veel minder worden de gevolgen voor het verstatelijkt middenveld geschetst. Ook bij de paragraaf over het samenleven zie je dat terug: er wordt vooral ingegaan op de juridische effecten en maatregelen om veilig samenleven mogelijk te maken, vanuit de staat dus. Burgers die zich onderling organiseren voor ’the common good’ komen vrijwel niet aan bod. Overigens is de economische paragraaf van D66 de sterkste en meest toekomstgerichte in mijn ogen, vermoedelijk door de inbreng van de beide snurkende prominenten.
- het VVD-programma, tenslotte, heeft een sterke financieel economische invalshoek, culturele trends in de samenleving komen veel minder aan bod. Hier ook geen opening met een visie op de moderne samenleving of overheid in respons op de moderne burger. De paragraaf over ‘samenleven’ gaat vooral over de diverse sectoren die daar klassiek dicht tegenaan liggen: zorg, sport, cultuur. Expliciete eigen visies op middenveld en noodzakelijke herordeningen daar ontbreken. Via bepaalde beleidsmaatregelen wordt echter wel de scheiding markt en overheid scherp neergezet, met name bij de woningcorporatie en de publiek omroep.
- Een belangrijk actueel onderwerp dat alles met de civil society in relatie tot staat en groter bedrijfsleven te maken heeft, wordt nauwelijks opgepakt: de moraliteit van de elite, met name de bankbestuurders en het vertrouwen dat de burger moet hebben in de grote instituten. Alleen Groen Links haalt bijna juichend en in zeer felle bewoordingen het falende markmechanisme en de perverse prikkels aan, de andere partijen gaan er alleen technisch op in, zoals over governancecodes. bankregulering etc.
Voor de rest hadden we een genoeglijke avond, waarin we ook de verslaving aan de politiek hebben doorgenomen. In deze tijden van hoogmis voor de politiek is dat natuurlijk wijs.