Jannah Theme License is not validated, Go to the theme options page to validate the license, You need a single license for each domain name.
Maatschappelijk leiderschap

De bestuurlijke wijsheid van Frido Kraanen

De dilemma's voor zorgbestuurders bij meer maatschappelijk leiderschap

Frido Kraanen stond als maatschappelijk leider in mijn recente boek ‘Het zal MIJN zorg zijn. 7 routes naar een gezond zorgstelsel’ (2023, verkrijgbaar in alle fysieke en online boekhandels), vanwege zijn innovaties als bestuurder van Omring, een brede ouderenzorg organisatie in de Kop van Noord Holland. Op dinsdag 26 november j.l. hield hij een college in de collegereeks naar aanleiding van dat boek.

Eerdere sprekers hadden meer innovaties bereikt vanuit hun praktijk als professional en ook enigszins parallel daaraan als bestuurder van een kleinere professionele organisatie en plaatsten dus daar hun leiderschap. Frido sprak meer vanuit zijn achtergrond als bestuurder van een grote organisatie, Omring en is nu zelfs overgestapt naar een regionaal ziekenhuis, Gelre Ziekenhuizen. Vanuit dat perspectief van de boardroom is uiteraard ook ‘het krachtenveld’, ‘het systeem’ en ‘het zorgstelsel’ vaak aan de orde. Vaak zijn daar ook de eisen vanuit die bredere bestuurlijke omgeving object van afwegingen door hem als zorgbestuurder.

Passend is dat ik kort hiervoor al een artikel heb geschreven waarin ik beklemtoon dat de moderne boardroom in de zorg moedig moet zijn, de tijd van alleen maar technisch goed toezicht is al enige tijd voorbij, het gaat nu meer om maatschappelijke visie, normatieve overwegingen bij het optreden van deze zorginstelling en kiezen in turbulente tijden.

Ik hoorde zeker 4 interessante punten, observaties en aanwijzingen in zijn verhaal, hoewel er veel meer was om van te smullen, ook voor het geïnteresseerde publiek in de collegezaal.

1. Pijnlijke polderagenda vraagt veel meer bestuurlijke moed

Uiteraard kwam ook de pijnlijke polderagenda (die ook in het boek opduikt, zie ook samenvatting in blog van 19 september 2022, maar ook hieronder) in zijn college langs maar zeker ook in het gesprek daarover. Dit verklaart in hoge mate mijn roep om meer leiderschap in bestuurlijke kringen en in polderoverleg.

Het gaat dan om zaken als:

  • Het vitaliseren en verbeteren van het instrument van het Persoonsgebonden Budget (PGB)
  • Het beter ordenen en structureren van reguliere ziekenhuizen dan het huidige Medisch Specialistisch Bedrijf
  • Het veranderen van de huidige te dominante sturing via alleen financiering van output, P(productie) x Q (kwantiteit), naar alle elementen van ‘public value‘, dus ook outcome en trust
  • Zorgen dat huidige schaalvergroting in de 1e-lijnszorg het multidisciplinaire karakter blijft versterken en structureren en niet alleen langs monodisciplinaire ‘silo’s’ plaatsvindt
  • Het vormgeven van een goede operationele eindverantwoordelijkheid voor de hele keten van ICT- en mediacommunicatie, omdat we toenemend gaan leunen op ‘zorg aan huis’, waarvoor deze cruciaal is
  • Het vormgeven van een goede infrastructuur rond medische- en patiëntendata, in een zeer moeilijk veld met grote invloed van privacy- en beschikkingsmacht van burgers, maar ook zeer sterke commerciële partijen
  • Verder vormgeven van platforms rondom zorgkeuzes (zorgvragen, zorgaanbod, advies en kwaliteitstoetsing) van patiënten, met ook alle koppelingen naar second opinion, de mate van verzekering, inzichtelijke keuze van contractering door zorgverzekeraars
  • Tijdig nadenken over en vormgeven van het faciliteren van community of commons invloed op woon-zorg arrangementen, zorg in de buurt en aan huis en 1e-lijnszorg, ook daar vanwege de groeiende macht van en wens tot eigen regie en zelforganisatie van burgers/patiënten.

Ook daaraan zie je de noodzaak van moedige boardrooms, juist in de gezondheidszorg!

Het boek heeft natuurlijk ook de boodschap, die ‘de polder’ mij niet in dank afneemt: dat de echte stelselveranderingen al lang gaande zijn, niet zitten in nog meer papier en convenanten produceren en vooral zitten in een praktisch leiderschap dat inzet op deze en soortgelijke zorginnovaties! Onderliggend is dit een pleidooi dat bestuurders af moeten stappen van hun neiging om hun deelname aan landelijk branche-overleg, vergadertafels en lobby te overschatten en hun eigen innovatieve bijdrage aan hun instelling in hun regio voor hun patiënten te onderschatten!

2. De slag van een denken in termen van ‘zorg’ en ‘gezondheidszorg’ naar ‘gezondheid’ en ‘gezond leven’.

Dit is de eerste route die in het boek beschreven wordt. Mooi om te zien dat ook bestuurders van zorginstellingen daarover nadenken, Frido Kraanen al vroeg in zijn carrière, die nota bene begon op het departement van ‘gezondheidszorg’, hoewel de huidige titel van Welzijn, Volksgezondheid en Sport natuurlijk al veel beter is. Inclusief, wat Frido een paar keer aangaf, de paradoxale boodschap dat jouw eigen zorginstelling effectiever moet worden en daardoor misschien zelfs kleiner!

3. Het burger- en patiëntenperspectief gaat helpen bij de noodzakelijke ontkokering!

Dit was natuurlijk een hele mooie die langskwam in dit college. Iedereen onderkent de fouten in het huidig systeem van niet integraal naar patiënten kijken, niet meenemen dat eigenlijk schuldhulpverlening en betere huisvesting misschien wel crucialer en effectiever zijn als gezondheidsinterventies dan de huidige nog steeds groeiende gezondheidszorg, zoals ook sportvoorzieningen. Dus zijn alle grote organisaties, zowel overheden als zorginstellingen, bezig met ontkokering, maar het goede nieuws is dat de toenemende macht van het burgerperspectief (zie mijn analyse van de ‘disruptive power of citizens’, Amazon 2018, ook in healthcare!!) daarbij enorm gaat helpen. Burgers en patiënten kijken vanuit hun hele leven, wonen en werken naar gezondheid en ziekte en zorg. Die macht gaat mede afdwingen dat dit perspectief ook terugkomt in structurele maatregelen, waaronder het anders inrichten en aansturen van zorgorganisaties, in het boek is dat verder uitgewerkt in Route 4: Organiseren vanuit praktische wijsheid van professionals’. .

4. De fundamenteel andragologische discussie: good leaders need bad skills en moraliteit moet gecombineerd worden met macht!

Het was erg leuk om te zien hoe, in dit gezelschap van veel ex-andragologie studenten en mensen die erin geïnteresseerd zijn, het klassieke thema van moraliteit in bestuurlijke kringen en de combinatie tussen strategische intelligentie in dat ‘spel’ en een morele, maatschappelijke inzet sterk naar boven kwam. Het zat al eerder in een van mijn colleges in de reeks die de Kring Andragologie had georganiseerd over dit thema! Het is natuurlijk ook heel goed terug te zien in de eerdere titel van ‘Burgerkracht met Burgermacht’ uit 2015! Frido Kraanen droeg daar in zijn college sterk aan bij door het expliciet vaak te benoemen: het kiezen van bestuurlijke posities temidden van morele en maatschappelijke belangen, visies en afwegingen!

Dit thema houdt mij al langer sterk bezig, ik heb dat vaak benoemd als ‘good leaders need bad skills‘, ook natuurlijk door mijn positie tussen bestuur en burger in, zie ook mijn inbreng in de vorige annual conference of the International Leadership Association in Vancouver, 

Na afloop ontstond een indringend debat, oa over het voortgaande publieke gesprek over de zorgtransitie waar we middenin zitten, zoals waar ik nu natuurlijk op veel plaatsen aan meedoe.

Related Articles

Back to top button