PublicatiesMaatschappelijk ondernemerschap

Denktank Jeugdsprong: Jeugdzorg moet fundamenteel anders

Artikel van Steven de Waal voor Nieuwsbrief Zorg & Innovatie

Op 17 mei j.l. heeft de Denktank Jeugdsprong haar manifest over een fundamenteel nieuwe jeugdzorg gelanceerd, gepubliceerd en aangeboden aan de informateur van het nieuwe kabinet. De denktank was een initiatief van FNV Hoofdbestuur en Stichting Beroepseer. Het webinar waarin deze lancering gebeurde werd bezocht door meer dan 250 mensen, meest uit de zorg zelf. De petitie die al in grote lijnen dit manifest weergaf, was in 4 weken daaraan voorafgaand door meer dan 7000 mensen ondertekend. In de loop van ons werk, waarbij uiteraard onze proactieve communicatie via moderne media verliep, werden wij steeds meer gesteund in onze analyse en werd erkend dat de huidige jeugdzorg over de volle breedte niet goed functioneert. Dat uit zich in te lange wachtlijsten en wachttijden, groot verloop onder jeugdzorg professionals, toegang tot en aanpak van verkeerde problemen bij jongeren, veel en sterk groeiend overheidsgeld en tegelijk, een zeer inefficiënte en bureaucratische werkwijze. Just to name a few. De te simpele oplossingen die in die tijd dus opkwamen, zoals alleen maar meer overheidsgeld voor gemeenten of geheel terugdraaien van de decentralisatie of ophouden met zorginkoop en aanbesteding (onder het politieke misverstand: minder marktwerking, zie mijn typering van huidig stelsel als ChinaZorg (2011)), creëerden alleen maar meer draagvlak voor onze missie om te komen tot een meer integrale, brede, onafhankelijke en vernieuwende visie op de jeugdzorg en dus een creatieve schets van de oplossingen.

10 Aanbevelingen

De 10 aanbevelingen in het manifest luiden (mijn samenvatting):

  1. Flip the system: Zet professionals en cliënten zoveel mogelijk zelf aan het roer in de jeugdhulp en -zorg, zodat een zo effectief en liefdevol mogelijke jeugdhulp ontstaat. Zorg daarmee ook voor een volwassen partnership met de civil society en de frontline public servants buiten de jeugdzorg die daarin belangrijk zijn, zoals docenten, wijkagenten, buurtwerkers, wijkverpleegkundigen, jeugdgezondheidszorg.
  2. Verminder de druk op jeugdzorg door preventieve voorzieningen buiten de jeugdzorg
  3. Organiseer in elke gemeente een privaat georganiseerde, stevige gezaghebbende en deskundige eerstelijnsvoorziening voor jeugdzorg, onder landelijke richtlijnen. Deze heeft ook casemanagement bevoegdheden en blijft aanspreekpunt voor het cliëntsysteem door de hele keten heen
  4. Sluit de (hoog)specialistische zorg zoveel mogelijk aan op de vraag van de eerstelijns jeugdzorg-professionals en hun cliënten door regionale coöperaties die vraag en aanbod afstemmen, in te richten met hen als deelnemers. Deze (Hoog)specialistische zorg wordt direct betaald door het Rijk
  5. Voeg Veilig Thuis, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instellingen samen tot één veiligheids- en beschermingsorganisatie
  6. Pas het klacht- en tuchtrecht aan, zodat de positie van cliënten verbetert
  7. Maak verlengde jeugdzorg mogelijk, tot 27 jaar
  8. Stel steviger landelijke eisen aan de jeugdzorg en houd toezicht achteraf, vanuit een sterker zorginhoudelijke rol. Daarbij gaat het om research en richtlijnen vanuit evidence based optiek, outcome monitoring, inspectie met een direct observerende werkwijze en hard ingrijpen bij (geruchten van) incidenten, zowel in zorg als in governance. Deze richtlijnen zijn ook gericht op kwaliteit van bestuur en kwaliteit van zorgorganisatie. Het eerste gaat via stimuleren van bestuursontwikkeling, training/opleiding en voorschrijven van systemen van peer-review en beoordeling. Het tweede gaat om tegengaan van te grote winstprikkels en inzetten op platform organisaties en veel zeggenschap voor professionals.
  9. Stel een ministerie voor Jeugd en Gezin in. Organiseer tegelijk, vanwege de beoogde sterkere zorginhoudelijke en financiële sturing die gewenste landelijke regie in een apart Zelfstandig Bestuurs Orgaan buiten het beleidsdepartement.
  10. Houd rekening met de digitalisering en verbeter daarmee de jeugdzorg en de interactie tussen professional en cliëntsysteem

Het manifest is weergegeven in een brochure van ca. 15 bladzijden. Dat leidde bij de lancering tot opmerkingen als ‘Dit manifest is bondig genoeg dat ze het ook in het Haagsche kunnen onthouden’ en ‘Dit manifest kan zo als bijlage bij een regeerakkoord op hoofdlijnen’.

Er is veel waardering, binnen en buiten de jeugdzorg, voor onze voorzet. Men waardeert vooral dat we de discussie op een hoger, systematischer niveau hebben gebracht en tegelijk de werkvloer en cliënten (en hun ouders) zelf aan het woord laten en vanuit hun perspectief onze voorstellen doen.

Private Denktanks: Nadenken vanuit Burgerinitiatief en onafhankelijkheid

In het werk en het burgerinitiatief van Jeugdsprong is goed te zien wat Nederland mist door veel minder dan andere landen te beschikken over private, missie gedreven, onafhankelijke denktanks, zoals Public Space dat als eerste vormgaf (opgericht 2002, verzelfstandigd 2004):

  • De voorstellen van Jeugdsprong zijn onafhankelijk van bestaande belangen. In Nederland vaak terug te vinden in verkapte lobby verhalen, ook van overheden, vaak retorisch varend op (de schijn van) neutraliteit of rationaliteit.
  • De samenstelling van Jeugdsprong was bewust gebaseerd op een grote vertegenwoordiging van ouders, clienten en maatschappelijk ondernemers (zie voor de introductie van dit concept in 1994: https://publicspace.nl/handboek-maatschappelijk-ondernemerschap/). Hiermee vermijd je sterk terug te vallen op de usual suspects uit bestuurlijke of academische kring die vaak vast zitten aan hun eerdere posities en standpunten en daar om carrière- of reputatie-redenen niet meer van durven af te wijken. Het vermijdt daarmee ook de bestuurlijke cultuur van polderpaternalisme (zie: https://publicspace.nl/burgerkracht-met-burgermacht/). Samen te vatten als: het beter weten voor ‘de mensen in het land’, vanuit goede bedoelingen, maar diezelfde mensen moeten vervolgens niet zeuren en vooral braaf luisteren. Moderne concepten van actief burgerschap, directe democratie en coöperatief eigendom passen niet in die cultuur, zoals we al jaren merken.
  • De voorstellen uit het manifest van Jeugdsprong zijn weliswaar gebaseerd op inspirerende hoofdlijnen en principes, maar vervolgens vooral praktisch uitgewerkt. Dat kan natuurlijk ook, omdat er veel praktijk aan tafel zit en door ons vanuit diezelfde netwerken ook in interviewrondes verder is opgehaald. Er wordt niet geleund op beleidsspeak, goed klinkende retoriek of rationeel ontwerp, maar er wordt gekeken hoe veranderingsprocessen werkelijk in praktijk verlopen, wat praktisch nu de meest schrijnende problemen zijn en welke de eerste stappen in de goede richting zijn. Stelseldiscussies en daaropvolgende langjarige moeizame implementatie ervan, zijn nu eenmaal weinig hoopgevend naar jeugdzorg professionals die op korte termijn hun werk beter willen doen.

Centralisatie of decentralisatie is niet de kern; het gaat om aanpakken voor een betere jeugdzorg

Het opvallende is dat juist de decentralisatie jeugdzorg van 5 jaar geleden de sterke punten van deze denktank benadering exact bewijst. De ideeën achter en de principes en bedoelingen met deze decentralisatie waren alle fraai en inspirerend en gelden nu nog. We hebben ze in het manifest dus ten dele weer opnieuw opgenomen, zoals partnership met en versterking van civil society, verband leggen met andere lokale sectoren, ontzorgen en demedicaliseren. Je koopt alleen niks voor fraaie doelstellingen en een bijpassend nieuw stelsel, als de uitvoering van die transformatie niet goed en niet praktisch is en teveel van wishful thinking (‘op hoop van zegen’) uitgaat. De zwakheid in regievoering van majeure operaties door de rijksoverheid is juist afdoende bewezen in deze eerdere transformatie. Helaas zou dus een voorstel voor een groots en meeslepend nieuw stelsel volstrekt niet passen. Dat zou alleen te verklaren zijn vanuit een leunen op verkeerde en aangeleerde academische en bureaucratische routines en aannames, waar gelukkig het Haagsche sinds de toeslagen affaire ook meer oog voor begint te krijgen. Het gaat dus niet om principes en een breed, rationeel ontwerp, maar om implementatie, 1e stappen en snel oplossen van de actuele grote knelpunten. In die manier van kijken en adviseren ligt het ook dichter bij een politiek en professioneel perspectief, dan bij  een academische of ambtelijke visie. Dit is ook exact waar private denktanks af kunnen wijken van staatsgelieerde adviesorganen.

Tot slot

We kregen aantoonbaar steun uit het publiek en uit de sector zelf, ook van bestuurders. Ook de politiek heeft ons gesteund door een motie in de Tweede Kamer kamerbreed te aanvaarden, die de staassecretaris opriep ons manifest te bestuderen en met ons in gesprek te gaan.  Op dat moment hadden we overigens al een afspraak met hem staan. De Jeugdzorg moet immers fundamenteel anders. Daar is iedereen die de praktijk kent en ook degenen die alle rapporten van de laatste jaren hebben bestudeerd, het wel over eens.

Reactie?

Denktanks doen aan ‘thinking in public’, liefst ook samen met ‘action research’: het gaat om een dialoog en een openlijk zoekproces naar de beste analyse en aanbevelingen, leidend tot beweging en actie in de goede richting. Om die reden zou ik graag van u reacties hierop ontvangen aan de hand van drie vragen:

  1. Wat vind ik van de inhoud van de voorstellen voor de jeugdzorg?
  2. Herken ik de inzet vanuit professionele praktijk en praktische uitvoerbaarheid?
  3. Herken ik de noodzaak dat we in Nederland het publiek debat en politieke besluitvorming meer moeten beinvloeden vanuit private, onafhankelijke, missiegedreven denktanks, zoals Jeugdsprong en Public Space?

Reageren of meer informatie? Email: s.de.waal@publicspace.nl

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in de Nieuwsbrief Zorg & Innovatie van Guus Schrijvers, oud-hoogleraar Public Health en Gezondheidseconoom.
U kunt zich hier abonneren op de Nieuwsbrief Zorg & Innovatie

Related Articles

Back to top button